Revalidatie in de eerste lijn van stabiele patiënten met chronisch hartfalen deel 1 (VI)
Patiënten met chronisch hartfalen vertonen een hoge graad van fysieke vermoeidheid en kortademigheid. Verminderd hartdebiet en daardoor inefficiënt functioneren van de perifere vaten verlaagt het zuurstoftransport naar de spieren en organen. Naast de medische aanpak is een voorzichtige (her)opbouw van de perifere functies van skelet- en ademhalingsspieren noodzakelijk. Aansluitend kan dit gevolgd worden door een individueel afgestemd trainingsprogramma dat vooral de submaximale inspanningscapaciteit van de patiënt tracht te verbeteren. Pas dan is het mogelijk om de patiënt met chronisch hartfalen een betere kwaliteit van leven te geven en weer te laten functioneren in het dagelijks leven met verminderde kortademigheid. Na een uitleg van de onderliggende fysiologie en pathofysiologie van hartfalen beschrijft dit artikel de randvoorwaarden van de fysieke training van een stabiele patiënt met chronisch hartfalen. Vervolgens geeft het een overzicht van welke middelen te gebruiken zijn om de patiënt te beoordelen voor, tijdens en na een revalidatieprogramma. Een volgend deel gaat in op het trainingsprogramma zelf.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kan u de verschillende typen hartfalen benoemen
- weet u wat de relatie is tussen hartfalen en verminderde spierfunctie
- begrijpt u waarom bewegen een positief effect heeft bij chronisch hartfalen
- kunt u risicostratificatie toepassen bij een patiënt met hartfalen
- weet u welke voorzorgsmaatregelen nodig zijn om patiënten met hartfalen op een veilige manier te trainen
- hebt u inzicht in de elementen van de evaluatie van patiënten met hartfalen voorafgaand aan een trainingsprogramma