Zijn specifieke scapulothoracale interventies zinvol bij een subacromiaal pijnsyndroom?
Wat is de beste behandelmethode bij patiënten met een subacromiaal pijnsyndroom (SAPS)? De vraag is simpel, het antwoord kan niet anders zijn dan complex. SAPS is een containerbegrip voor klachten voortkomend uit aandoeningen van structuren in de subacromiale ruimte, meestal veroorzaakt door inklemming van rotatorcuffpezen. Op dit moment passen fysiotherapeuten legio behandelinterventies toe bij SAPS, zoals wekedelenmobilisaties, gewrichtsmobilisaties, tapen, diverse fysische therapieën, shockwave, percutane elektrolyse, oefentherapie, adviezen, houdingscorrectie, stabiliserende oefeningen, interventies in de kinetische beweegketen en specifieke scapulothoracale interventies. De vraag is of deze interventies gerichter toe te passen zijn als SAPS beter onderverdeeld kan worden in subgroepen. Het KNGF heeft weliswaar een evidence statement over SAPS ontwikkeld, maar dat geeft maar beperkt houvast voor een gerichte behandeling. Juist omdat er zo veel klachten binnen het containerbegrip SAPS vallen, is het wenselijk hierin clustering en structuur aan te brengen zodat een gerichter behandelplan mogelijk is. Deze klinische vraag zoomt in op de onderbouwing van het toepassen van scapulothorale interventies bij SAPS.