Springen in de fysiotherapeutische revalidatie
In de orthopedische revalidatie en sportfysiotherapie worden allerlei sprongvormen toegepast voor het ontwikkelen van stabiliteit, snelheid en vermogen. De spronghoogte of de sprongafstand komt tot stand door de snelheid van bewegen tijdens de afzetfase die wordt bepaald door een samenspel van verschillende biomechanische en neurofysiologische factoren. Door andere accenten te leggen in bewegingsrichting en uitvoering zijn allerlei sprongvormen te onderscheiden. Sprongtraining sluit sterk aan op motorische leerprincipes. Een andere benadering van sprongtraining is de sprong ontleden in deelcomponenten en deze afzonderlijk gaan trainen. Dit artikel geeft een beknopt overzicht van de fysiologische en biomechanische aspecten van springen. Hieruit worden conclusies getrokken voor de fysiotherapeutische revalidatie.