Cerebrale veneuze sinustrombose
Cerebrale veneuze sinustrombose (CVST) is een zeldzame aandoening die met name vrouwen treft. CVST kan zich op veel manieren presenteren, wat het herkennen soms lastig maakt. Het kernsymptoom is hoofdpijn. De diagnose kan worden vastgesteld middels een MRI+MR-venografie of CT+CT-venografie van de hersenen. De behandeling is enerzijds gericht op het oplossen van de trombose zelf en anderzijds op behandelen van symptomen secundair aan CVST. De belangrijkste behandeling hierbij is antistolling. In de acute fase wordt behandeld met heparine gevolgd door orale anticoagulantia zodra patiënt klinisch stabiel is. CVST heeft een gunstige prognose. Bijna 80% van de patiënten functioneert uiteindelijk op hetzelfde niveau als voorheen. Desondanks blijft een grote groep patiënten in meer of mindere mate restklachten houden. De meest voorkomende complicaties van CVST op de lange termijn zijn insulten en recidieftrombose, al komen deze complicaties weinig voor.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weten dat hoofdpijn het meest voorkomende symptoom van sinustrombose is, maar dat patiënten zich ook kunnen presenteren met onder andere paresen, insulten, afasie, visusklachten of een gedaald bewustzijn
- weten dat de diagnose sinustrombose kan worden gesteld middels een MRI+MR-venografie of CT+CT-venografie van de hersenen
- weten dat antistolling de hoeksteen van de behandeling van sinustrombose is en dat in de acute fase veelal laagmoleculairgewichtheparine wordt gegeven, gevolgd door orale anticoagulantia (DOAC of vitamine K-antagonist)
- weten dat sinustrombose een gunstige prognose heeft, maar dat een grote groep patiënten in meer of mindere mate restklachten blijft houden