Het lumbosacraal radiculair syndroom: een update naar aanleiding van de nieuwe NVN-richtlijn

Binnenkort verschijnt de nieuwe richtlijn van het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS). De meest voorkomende oorzaak is een hernia nuclei pulposi. In de anamnese en het neurologisch onderzoek is het belangrijk aandacht te hebben voor mogelijke andere oorzaken van het LSRS middels de ‘red flags’, maar ook via de ‘yellow’ en ‘blue flags’ die voor een belangrijk deel de ziektelast van de patiënt bepalen. Een typisch dermatomere en door drukverhogende momenten verergerende pijn, is het meest voorspellend voor een HNP. Een positieve straight-leg raising test is erg sensitief en een gekruiste straight-leg raising test kan de specificiteit verhogen. Een diagnostische wortelblokkade blijkt niet effectief als voorspeller voor het succes van een operatie. De behandeling in de acute fase bestaat uit voorlichting, pijnmedicatie, eventueel aangevuld met fysiotherapie en epidurale corticosteroïdinjecties. Patiënten met neurologische uitval (caudasyndroom en/of ernstig krachtsverlies) of lang bestaande klachten (> 3 maanden) hebben een indicatie voor chirurgisch ingrijpen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- de waarde van de anamnese, het neurologisch onderzoek en de beeldvorming bij de diagnose van een lumbosacraal radiculair syndroom
- manieren om verder te zoeken naar alternatieve oorzaken van een lumbosacraal radiculair syndroom als de MRI-LWK geen substraat toont, alsmede enkele differentieel-diagnostische overwegingen
- de behandelmogelijkheden voor patiënten met het lumbosacraal radiculair syndroom