Aandachtspunten in de anesthesie na neoadjuvante therapie

De meeste patiënten met een solide tumor moeten voorafgaand aan chirurgische resectie een vorm van neoadjuvante therapie ondergaan: chemotherapie, radiotherapie of immunotherapie. Neoadjuvante therapie is toxisch; de behandeling richt zich namelijk ook op niet-oncologische cellen. De toxische effecten zijn zichtbaar in verschillende orgaansystemen en kunnen de orgaanfunctie en het herstel na chirurgie beïnvloeden. Het ondergaan van een anesthesie, de operatie en het herstel worden tevens beïnvloed door een verminderde voedingsstatus in combinatie met pre-existente comorbiditeit. De timing tussen neoadjuvante therapie en chirurgie is belangrijk. Een zorgvuldige preoperatieve beoordeling gevolgd door prehabilitatie is cruciaal voor het reduceren van postoperatieve complicaties en het bespoedigen van het herstel. Voor de anesthesioloog is het van belang om te weten wat het effect van de neoadjuvante therapie en prehabilitatie op de patiënt is geweest, zodat een gedegen anesthesieplan gemaakt kan worden voor de perioperatieve fase.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u welke aanvullende onderzoeken u preoperatief kunt inzetten om inzicht te krijgen in de mate waarin toxische bijwerkingen zijn opgetreden in de verschillende orgaansystemen
- kent u het belang van prehabilitatie van de patiënt na chemotherapie, radiotherapie of immunotherapie voor een operatie
- kent u de toxische bijwerkingen van chemotherapie, immunotherapie of radiotherapie op de verschillende orgaansystemen van de patiënt