Extravasatie van niet-cytotoxische medicatie

Extravasatie is het uittreden van infuusvloeistof in het onderhuidse weefsel. Als niet tijdig wordt ingegrepen kan ernstige schade ontstaan, zoals necrose. Risicofactoren zijn gerelateerd aan de patiënt en aan de canulatie en infusie. De behandeling bestaat in niet-farmacologische en farmacologische interventies, waarbij afhankelijk van het geëxtravaseerde geneesmiddel gekozen kan worden tussen ‘verspreiden en verdunnen’ en ‘lokaliseren en neutraliseren’. Om de schade bij niet-cytotoxische extravasatie te beperken kunnen specifieke antidota zoals hyaluronidase, fentolamine, nitroglycerine en natriumthiosulfaat worden toegepast. Chirurgisch kan vocht worden verwijderd en de druk worden verlicht. Het begrijpen van deze aspecten is cruciaal voor het voorkomen en effectief behandelen van extravasatieletsels.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- bent u op de hoogte van de risicofactoren van extravasatie
- weet u welke verschillende schademechanismen een rol spelen
- weet u welke niet-farmacologische maatregelen u kunt treffen bij extravasatie
- kent u de farmacologische behandelstrategieën
- kent u de specifieke antidota bij extravasatie met vasoconstrictiva
- realiseert u zich dat het voorkomen van ernstige extravasatieschade samenwerking vereist tussen verpleegkundige, behandelend arts, apotheker en chirurg, waarbij tijdig ingrijpen essentieel is