Oogaandoeningen met een rood oog

In de huisartsenpraktijk melden zich wekelijks twee tot drie patiënten met oogklachten. Deze klachten variëren van infecties en ontstekingen tot trauma’s of visusveranderingen. Pijn, visusverandering en fotofobie zijn alarmsymptomen die bij iedere oogklacht uitgevraagd moeten worden. Deze nascholing behandelt de meest voorkomende oorzaken van een rood oog, zoals beschreven in de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017). De diagnostiek en behandeling worden besproken aan de hand van 14 praktijkfoto’s. In BLOK A komen niet-traumatische oorzaken aan bod, waaronder conjunctivitis, subconjunctivale bloeding, episcleritis en keratitis. Scleritis, iridocyclitis en acuut glaucoom worden kort besproken. BLOK B behandelt droge ogen, blefaritis, hordeola, entropion en ectropion. Ook actuele behandeladviezen komen aan bod, zoals het gebruik van chlooramfenicol bij kinderen < 2 jaar en de keuze tussen zalf, druppels of afplakken bij een cornea-erosie. Tot slot volgt in BLOK C een overzicht van specifieke oogtraumata, waaronder etsing, cornea-erosie, corpus alienum en lasogen. Deze e-learning biedt praktische handvatten voor het herkennen en behandelen van oogproblemen in de huisartsenpraktijk.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- is uw kennis over de belangrijkste oorzaken van een rood oog en van alledaagse oogtraumata geactualiseerd en bent u in staat een adequate behandeling toe te passen
- bent u op de hoogte van de huidige medische en farmaceutische kanten daarvan en kunt u die toepassen in uw praktiseren en dat van de POH
- kent u de ontstaanswijze en het beloop van de besproken oogaandoeningen en oogtraumata
- bent u op de hoogte van de niet-medicamenteuze aspecten bij de behandeling en begeleiding van patiënten met de besproken oogaandoeningen en oogtraumata en kunt u deze ook toepassen
- hebt u voldoende kennis opgedaan om de laatste ontwikkelingen en inzichten betreffende behandeling en medicatie van de besproken aandoeningen en traumata adequaat te kunnen toepassen