Lage rugklachten

Lage rugklachten behoren tot de meest voorkomende aandoeningen in de huisartsenpraktijk. Tussen de 60 en 90 procent van de westerse bevolking krijgt er ooit mee te maken. Als huisarts ziet u deze klachten vrijwel dagelijks. In deze nascholing worden lage rugklachten onderverdeeld in twee hoofdgroepen: aspecifieke en specifieke lage rugklachten. In 90 tot 95 procent van de gevallen is er geen duidelijke lichamelijke oorzaak aanwijsbaar. Toch is het essentieel om in de anamnese snel en zorgvuldig te signaleren of er sprake is van een specifieke of ernstig onderliggende aandoening. U leert in deze e-learning welke vragen u stelt en met welk doel, hoe u het lichamelijk onderzoek effectief uitvoert en welke behandelmogelijkheden en adviezen u kunt geven. De nadruk ligt op praktische toepasbaarheid in de dagelijkse praktijk, met aandacht voor diagnostiek, risicoselectie en begeleiding van patiënten met rugklachten.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- zult u alerter zijn op het vóórkomen van chroniciteit van lagerugpijn
- zult u naast de NHG-Standaard Aspecifieke lagerugpijn ook de richtlijn van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) rondom lagerugpijn leren kennen
- hebt u kennis van de anatomie van de rug opgefrist
- kent u het verschil tussen aspecifieke en specifieke rugklachten
- hebt u kennis van de symptomatologie en van de oorzaken van rugklachten opgefrist
- leert u de alarmsymptomen in de anamnese herkennen en kunt u daar op de juiste manier naar handelen
- bent u in staat goede adviezen te geven, zowel medicamenteus als niet-medicamenteus
- hebt u kennis genomen van de Start Back Tool (SBT)