Populaire drugs

Het is geen uitzondering meer dat mensen op dansfeesten behalve alcohol en cannabis allerlei andere middelen gebruiken. Denk aan ecstasy (XTC, MDMA), cocaïne en amfetamine (speed, pep). Deze middelen worden gebruikt om het plezier van uitgaan en sociale interactie te verhogen en/of te verlengen. Het verschil tussen recreatief, incidenteel gebruik en probleemgebruik zit hem vaak in de motivatie van de gebruiker om te gebruiken. Het type gebruiker dat middelen alleen gebruikt vanwege plezierige en sociale redenen wordt de ‘recreatieve gebruiker’ genoemd. In de meeste opzichten lijken deze personen op niet-gebruikers. Probleemgebruikers verschillen dikwijls in veel opzichten van recreatieve gebruikers. Deze groep staat vaak aan de rand van de samenleving, heeft een lage sociaaleconomische status, is werkloos en soms ook dakloos. Deze groep is het best in beeld bij de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Deze nascholing richt zich voornamelijk op de populaire drugs die voor een breed publiek interessant zijn bij het uitgaan en bij feesten. De nadruk ligt op de effecten, herkennen en behandelen van gezondheidsverstoringen. Het is voor de medisch professional belangrijk extra alert te zijn op tekenen van een drugsprobleem. Daarom worden instrumenten besproken die kunnen helpen om dit boven tafel te krijgen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heb je je kennis over populaire drugs geactualiseerd
- ken je de omvang van het gebruik van deze middelen in Nederland
- weet je meer over de omvang van het problematisch gebruik van deze middelen
- ben je op de hoogte van de aard van de problematiek, zowel acuut als chronisch
- heb je kennis over het begrip verslaving
- weet je welk soort intoxicaties vaak voorkomt
- kun je de problemen beter herkennen in de praktijk
- weet je bij welke signalen je moet doorvragen
- kun je een patiënt passend doorverwijzen (bijvoorbeeld naar de verslavingszorg)
- ben je op de hoogte van de behandeling van de acute en chronische problematiek