Herseninfarct

De behandeling van een herseninfarct is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Dankzij intraveneuze trombolyse is de overleving sterk verbeterd, al blijft het herseninfarct in de top drie van doodsoorzaken. In deze nascholing staat de actuele stand van zaken rondom de behandeling en secundaire preventie van een TIA of herseninfarct centraal. U krijgt inzicht in recente ontwikkelingen, zoals het gebruik van clopidogrel als alternatief voor acetylsalicylzuur met dipyridamol, en van DOAC’s bij atriumfibrilleren. Ook wordt stilgestaan bij het verschuivende begrip TIA en waarom de termen ‘beroerte’ en ‘CVA’ niet langer volstaan. Naast de acute fase, komt in deze nascholing ook de cruciale rol van de apotheker aan bod in de secundaire preventie: het bewaken van contra-indicaties en interacties, het bevorderen van therapietrouw, en begeleiding bij het gebruik van DOAC’s binnen de Keten Antistolling. Verder is er aandacht voor ondersteuning bij slikproblemen, cognitieve stoornissen en valrisico’s. Tot slot bespreekt de nascholing ook de epidemiologie, symptomen en snelle herkenning van een TIA of herseninfarct – essentieel, want time is brain.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de verschillen tussen een beroerte, een TIA, een herseninfarct en een hersenbloeding
- kent u de symptomen van een beroerte, een TIA, een herseninfarct en een hersenbloeding
- bent u op de hoogte van de epidemiologie en prevalentie van een beroerte
- hebt u een basale kennis van de symptomen en diagnostiek van een beroerte
- kent u de FAST-test en kunt u deze afnemen bij een patiënt
- hebt u kennis van de behandeling van een herseninfarct in de acute fase
- hebt u kennis over de secundaire preventie van een herseninfarct, kunt u voorschrijvers hierover adviseren en kunt u patiënten begeleiden