Praktische Pediatrie

Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Praktische Pediatrie

Gesorteerd op nieuw - oud
Hoe vind ik een afweerstoornis? Lees meer over Hoe vind ik een afweerstoornis? Hoe vind ik een afweerstoornis?
Hoewel het niet eenvoudig is kinderen te herkennen bij wie een afweerstoornis een rol zou kunnen spelen, zijn tijdige herkenning en behandeling wel cruciaal om schade te voorkomen. Infecties komen immers vaak voor en afweerstoornissen zijn relatief zeldzaam. Bovendien kunnen afweerstoornissen zich in de loop van de tijd ontwikkelen, waardoor ze niet definitief zijn uitgesloten als eenmalig normale waarden zijn gevonden. Ten slotte kunnen afweerstoornissen zich ook primair presenteren met syndromale kenmerken, auto-immuunziekte, lymfoproliferatie of auto-inflammatie, wat herkenning nog lastiger maakt. Vooral patroonherkenning is een hulpmiddel bij het opsporen van afweerstoornissen: te veel infecties, te vaak ziek, te ongewone ziektebeelden, te weinig reactie op therapie en aandoeningen die niet in overeenstemming zijn met de leeftijd. Ook het voorkomen van vergelijkbare problematiek in de familie is relevant, aangezien het vaak mendeliaans overervende of familiair voorkomende aandoeningen betreft. Naast voldoende aandacht voor en bekendheid met de problematiek ligt de crux in een goede anamnese. Vooral op dat laatste richt zich de herziene Europese richtlijn die in dit artikel wordt beschreven.
Elektrolytenhuishouding bij een urineweginfectie Lees meer over Elektrolytenhuishouding bij een urineweginfectie Elektrolytenhuishouding bij een urineweginfectie
Een 4 maanden oude zuigeling werd op de spoedpoli Kindergeneeskunde gepresenteerd met minder drinken, toenemend spugen en sinds enkele weken gewichtsverlies. Er bleek sprake van dehydratie en ernstige verstoring van de elektrolytenhuishouding, passend bij hypoaldosteronisme. Tevens bleek er sprake van een urineweginfectie, hoewel daar klinisch weinig aanwijzingen voor waren. De pathofysiologie van hypoaldosteronisme en pseudohypoaldosteronisme wordt besproken, alsmede de rol die een urineweginfectie hierin kan spelen.
Partiële wisseltransfusie bij de polycythemische pasgeborene: effectiviteit en veiligheid Lees meer over Partiële wisseltransfusie bij de polycythemische pasgeborene: effectiviteit en veiligheid Partiële wisseltransfusie bij de polycythemische pasgeborene: effectiviteit en veiligheid
Neonatale polycythemie, meestal gedefinieerd als een veneus hematocriet ≥ 65%, kan leiden tot hyperviscositeit van het bloed. Naast een groot aantal symptomen op korte termijn kan polycythemie leiden tot verslechtering van de cerebrale perfusie, wat mogelijk is geassocieerd met een neurologische ontwikkelingsachterstand op latere leeftijd. Partiële wisseltransfusie wordt toegepast ter verlaging van het hematocriet. In dit artikel werd gezocht naar bewijs voor het gunstige effect van partiële wisseltransfusie op de neurologische ontwikkeling en naar bewijs voor de veiligheid van deze procedure. Op basis van de gevonden studies, die slecht van kwaliteit zijn, bestaat er geen bewijs voor een positief langetermijneffect van partiële wisseltransfusie. De procedure is mogelijk geassocieerd met een hoger risico op neonatale mortaliteit en het ontwikkelen van necrotiserende enterocolitis. Terughoudendheid lijkt geboden in het uitvoeren van een partiële wisseltransfusie bij asymptomatische of symptomatisch stabiele polycythemische pasgeborenen.
Enkele veelgebruikte antivirale middelen Lees meer over Enkele veelgebruikte antivirale middelen Enkele veelgebruikte antivirale middelen
Het arsenaal aan antivirale middelen is beperkt. Het meest gebruikte middel aciclovir is werkzaam tegen herpesvirussen en is zinvol bij de behandeling van neonatale herpesinfecties, herpesstomatitis en waterpokken. Ook bij reactivatie van virussen (herpes labialis) is het effectief. De winst bij het geven ervan aan verder gezonde kinderen die waterpokken oplopen, is beperkt en het gebruik hiervan wordt dan ook niet aangeraden. Bij immuungecompromitteerde kinderen met waterpokken is het een aanvulling naast immuunglobuline. Bij deze aandoeningen is tijdig starten van de behandeling noodzakelijk, want aciclovir remt de replicatie van virus-dna maar het virus wordt niet gedood. Valaciclovir is een ‘pro-drug’ en wordt beter opgenomen en volledig in aciclovir omgezet. Het is weliswaar (nog) niet geregistreerd voor alle leeftijden, maar wordt al veel voorgeschreven. Oseltamivir wordt gebruikt bij griep, maar of het zinvol is, is niet helemaal duidelijk. Onderzoek bij kinderen uit risicogroepen ontbreekt en niet alle onderzoeken naar het middel zijn openbaar. Zanamivir, een ander middel tegen influenza, dat ingeademd moet worden, lijkt – bij volwassenen – effectiever. Middelen voor de behandeling van hiv en virale infecties bij immuungecompromitteerde kinderen worden hier niet besproken.
Bijwerkingen bij kinderen Lees meer over Bijwerkingen bij kinderen Bijwerkingen bij kinderen
Bij kinderen zijn de organen die van belang zijn voor opname, excretie en metabolisatie van geneesmiddelen, nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor kunnen geneesmiddelen, toegediend in standaarddoseringen, over-, maar ook onder gedoseerd worden, wat kan leiden tot een verminderd of een ongewenst effect van geneesmiddelen. Het blijkt dat 1 tot 1,5% van de geneesmiddelen die kinderen gebruiken, leidt tot een bijwerking. De huid, het maag-darmstelsel en het zenuwstelsel zijn hierbij het vaakst betrokken. De geneesmiddelen waarop de meeste bijwerkingen bij kinderen zijn gemeld, zijn antibiotica, vaccins en geneesmiddelen voor de luchtwegen. Nadat een geneesmiddel is toegelaten op de markt, wordt het veiligheidsprofiel aangevuld met informatie uit de dagelijkse praktijk. Ook de spontane meldingen van bijwerkingen bij Lareb leveren daar een bijdrage aan. Is er een vermoeden van een tot nog toe onbekende bijwerking, dan informeert Lareb zorgverleners hierover en bericht zij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (cbg).
Toedieningsvormen voor verschillende leeftijden Lees meer over Toedieningsvormen voor verschillende leeftijden Toedieningsvormen voor verschillende leeftijden
Een kindvriendelijke toedieningsvorm voor geneesmiddelen is effectief, veilig en gemakkelijk in het gebruik voor het kind en de ouder. Factoren die van invloed zijn op effectiviteit en gebruiksgemak zijn de flexibiliteit in het doseren, de acceptatie, de doseerfrequentie en het aantal handelingen dat nodig is om het geneesmiddel klaar te maken voor toediening. Overwegingen bij de keuze van een geschikte toedieningsvorm bij kinderen zijn naast effectiviteit en gebruiksgemak de beschikbaarheid en de technische haalbaarheid, de veiligheid en de hulpstoffen. De ontwikkeling van gebruiksvriendelijke geneesmiddelvormen dient gestimuleerd te worden, omdat een niet adequaat toegepast middel de gezondheid schaadt. De ontwikkeling van geneesmiddelen in een geschikte toedieningsvorm voor toepassing bij pasgeborenen en zuigelingen heeft daarbij prioriteit. De tabletvorm kan vanaf de leeftijd van 1 jaar worden toegepast mits klein van formaat: de minitablet. Goede communicatie tussen alle betrokkenen op de schakelpunten van intra- en extramuraal zal de continuïteit van farmaceutische zorg moeten waarborgen.