Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
Een meisje van 1 jaar oud wordt vanuit een perifeer ziekenhuis naar ons centrum verwezen vanwege verdenking op een hematologische maligniteit dan wel neuroblastoom. Er is sprake van koorts, hepatosplenomegalie, lymfadenopathie en een cytopenie in twee cellijnen. De koorts is sinds een week aanwezig met enige vermoeidheid, zonder focus-specifieke symptomen. Ze is niet afgevallen en heeft geen verhoogde bloedingsneiging. Ze is gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma.
Bij lichamelijk onderzoek wordt een prikkelbaar en bleek meisje gezien met een temperatuur van 39,1 °C. Ze heeft bilaterale cervicale lymfadenopathie, met daarbij een subtiele zwelling van de linkerwang en een fors vergrote lever en milt. Er zijn enkele petechiën zichtbaar in de liezen en op de rug, er zijn geen andere huid- of slijmvliesafwijkingen.
Bij laboratoriumonderzoek is het Hb 2,7 mmol/L, trombocyten 107 × 109/L, leukocyten 8,2 × 109/L met een normale differentiatie, CRP 126 mg/L, ferritine 155 µg/L, LDH 539 U/L, urinezuur 129 µmol/L bilirubine 11 µmol/L en haptoglobine 0,32 g/L. Een echo van de buik toont een vergrote milt en een vergrote, licht inhomogene lever met enkele vergrote lymfeklieren in de leverhilus. Op de echo van de hals zijn opvallend veel lymfeklieren zichtbaar, maar met normale grootte en aspect. De zwelling van de wang blijkt niet te berusten op een lymfeklier maar ter plaatse wordt een lytische afwijking in de kaak gezien. Hierop wordt een aanvullende röntgenopname gemaakt. Wat is uw diagnose bij dit kind?

Kan je bacteriële osteomyelitis of artritis ook met orale antibiotica behandelen? | Slecht slapen door doorkomende tanden? | Ouderlijk phubbing, een combinatie van ‘phone’ en ‘snubbing’ (afsnauwen)

De infectieziekten waar we momenteel tegen vaccineren, waren tot halverwege de twintigste eeuw veelvoorkomende oorzaken van kindersterfte in Nederland. Sinds de start van het Rijksvaccinatieprogramma zijn deze ziekten nagenoeg volledig verdwenen. Helaas is het bestaan van deze ziekten hiermee ook grotendeels vergeten. Veel ouders kennen de gevaren van deze ziekten niet meer en ook bij artsen is de parate medische kennis vaak niet meer voorhanden. Dit is een probleem; de dalende vaccinatiegraad van de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat een aantal van deze ziekten weer terugkeren. Terwijl uitbraken van mazelen en kinkhoest inmiddels met enige regelmaat voorkomen, kunnen ook de andere ‘vergeten’ infectieziekten terugkeren in Nederland. In dit artikel besteden we aandacht aan vijf infectieziekten die we door het succes van vaccinatie nauwelijks meer kennen: difterie, polio, tetanus, bof en rodehond.

Bacteriële meningitis komt tegenwoordig in Nederland bij ongeveer 2 per 100 000 inwoners per jaar voor. Streptococcus pneumoniae is de meest voorkomende verwekker bij kinderen onder de 5 jaar en volwassenen, Neisseria meningitidis bij kinderen van 5 tot 18 jaar en Streptococcus agalactiae bij pasgeborenen. Vanaf de jaren negentig zijn vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) ingevoerd voor Haemophilus influenzae type B, Neisseria meningitidis en Streptococcus pneumoniae. Desondanks komt bacteriële meningitis in Nederland bij kinderen nog steeds voor, maar gelukkig veel minder vaak dan voorheen. Snelle herkenning en adequate behandeling zijn cruciaal voor de prognose. Veelvoorkomende symptomen zijn koorts, hoofdpijn, braken, meningeale prikkeling en een gedaald bewustzijn. Na afname van een bloedkweek en liquorkweek moet zo snel mogelijk, binnen 1 uur na binnenkomst ziekenhuis, worden gestart met antibiotica en, bij kinderen ouder dan 1 maand, dexamethason. Gehoorverlies is een veelvoorkomend gevolg van bacteriële meningitis en moet zo snel mogelijk worden gedetecteerd.

Met de dalende vaccinatiegraad komt kinkhoest de laatste jaren weer steeds vaker voor in Nederland. Kinkhoest wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis en is erg besmettelijk. Om de besmettelijke periode korter te maken, kan worden behandeld met antibiotica. Het ziektebeloop van kinkhoest kent drie stadia: het catarrale, het paroxismale en het reconvalescentiestadium. Hierbij is het paroxismale stadium het opvallendst, met de typische hoestbuien. Bij zuigelingen onder de leeftijd van 1 jaar kan kinkhoest zich echter atypisch presenteren met symptomen als niet goed drinken, apneus, cyanose, of episoden met bradycardie. Bij meer dan de helft van de zuigelingen is ziekenhuisopname nodig. Vooral onder de leeftijd van 3 maanden is er een hoog risico op complicaties en overlijden. Opname op de intensive care kan nodig zijn vanwege (dreigend) respiratoir, circulatoir of neurologisch falen. Naast eventueel wisseltransfusies of leukoferese om hyperleukocytose te verminderen, is de behandeling van kinkhoest ondersteunend.

Briljante mislukkingen worden gedefinieerd als prijzenswaardige pogingen tot waardecreatie met een andere afloop dan verwacht of gehoopt, maar met een leereffect. We beschrijven een methode, een taal, waarmee het leren van (briljante) mislukkingen kan worden gestimuleerd. Hiermee worden de faalopbrengsten vergroot en wordt de drempel om open te zijn over briljante mislukkingen verlaagd. Het doel is om een omgeving te helpen ontstaan waarin mensen worden erkend en gewaardeerd voor hun pogingen om een bijdrage te leveren aan hun vakgebied en waarin mislukte pogingen worden gewaardeerd vanwege hun leeropbrengsten. In de kindergeneeskunde zou dit kunnen worden toegepast om te leren van mislukte projecten of van complicaties van behandelingen.