PiL
Praktijkgerichte nascholing voor apothekers, huisartsen en ziekenhuisapothekers
Een combinatie van vakblad,e-learning,podcast, geaccrediteerd door KNMG, NVZA en KNMP. ‘Klik op abonneer hier’ voor meer informatie.

Alle collecties van PiL
Gesorteerd op nieuw - oud
In de westerse wereld wordt 70 tot 90% van alle antibiotica voor humaan gebruik voorgeschreven in de eerstelijnszorg en dus verstrekt via openbare apotheken. De apotheker is daarom essentieel voor het optimaliseren van antibioticagebruik en daarmee het verminderen van antibioticaresistentie. In de meeste landen kunnen apothekers een belangrijke rol spelen als poortwachters voor het antibioticagebruik. Verschillende internationale organisaties, waaronder de International Pharmaceutical Federation (FIP: Fédération Internationale Pharmaceutique), het Europees Centrum voor ziektepreventie en bestrijding (ECDC) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), beschrijven activiteiten om antibioticaresistentie te beperken en het antibioticagebruik te optimaliseren, waarbij openbaar apothekers betrokken kunnen of zouden moeten zijn. Deze activiteiten omvatten onder meer het bevorderen van veilig gebruik van antibiotica en in algemenere zin het bevorderen van de gezondheid, veiligheid en het welzijn van de bevolking, waardoor zij minder vatbaar wordt voor infecties.

In meerdere landen mogen apothekers medicatie voorschrijven, vaak in afgebakende vorm. In Nederland bestaat zo’n bevoegdheid (nog) niet, maar in de praktijk vinden wel ‘informele’ voorschrijfactiviteiten plaats, bijvoorbeeld het aanpassen van doseringen bij een verminderde nierfunctie of substitutie bij geneesmiddeltekorten. Uit onze focusgroepstudie (n=79) en een landelijke enquête (n=347) onder huisartsen blijkt dat men overwegend positief is over een formele landelijke voorschrijfbevoegdheid voor apothekers, met name voor de taken die zij nu al informeel uitvoeren en voor minder complexe situaties (zoals geprotocolleerde zorg via lokale afspraken). Er was minder steun voor complexere taken (zoals switchen bij ineffectiviteit van een antidepressivum).
Een cruciale voorwaarde is dat de huisarts het overzicht behoudt; heldere (wettelijke) kaders en goede IT-integratie spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast zijn duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden, en steun vanuit de beroepsverenigingen essentieel. Volgens 63,7% van de ondervraagde huisartsen kan voorschrijven door apothekers de samenwerking verbeteren, en 60,2% verwacht een daling van de eigen werkdruk. Tegelijkertijd worden risico’s genoemd, zoals een hogere werkdruk voor apothekers (86,4%), mogelijke belangenconflicten (77,3%) en zorgfragmentatie (73,2%).

PrEP (emtricitabine/ tenofovirdisoproxil 200/ 245 mg) is een beproefd middel om hiv-infecties bij mensen die hierop een hoog risico lopen, te voorkomen. Het is zeer effectief en eenvoudig in gebruik. Om het gebruik van dit medicijn goed te kunnen begeleiden is er kennis van zaken nodig. Zo worden er nierfunctietesten en soa-testen van tevoren en soms tijdens gebruik geadviseerd. Counseling en shared descision-making over onder andere risicogedrag en testfrequentie zijn de hoeksteen voor goede begeleiding. Voor de apotheker zijn er instructies en adviezen voor de verstrekking van PrEP, dat niet onder de Zorgverzekeringswet valt en dat de gebruiker zelf moet betalen. Bijwerkingen van PrEP zijn meestal mild. PrEP kan dagelijks of rondom seksueel contact worden ingenomen.

In dit artikel beschrijven we hoe de Nederlandse infectieziektebestrijding is georganiseerd en gaan we in op rol van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM binnen de infectieziektebestrijding. Aan de hand van 2 casussen laten we de werking in praktijk zien. De basis van een goede infectieziektebestrijding berust op de expertise en betrokkenheid van de professionals in de gezondheidzorg: huisartsen, artsen-microbioloog, internist-infectiologen, bedrijfsartsen en zo verder. Deze zorgprofessionals zijn de oren en ogen van de infectieziektebestrijding. De bestrijding begint altijd met een oplettende dokter die iets vermoedt of diagnosticeert en dat vervolgens meldt aan de GGD. De GGD voert in opdracht van de gemeenten de infectieziektebestrijding uit. Het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM ondersteunt de GGD’s hierbij, en coördineert bij grootschalige of regio-overstijgende uitbraken. De wettelijke basis voor de infectieziektebestrijding is vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid.

De hemostase wordt gereguleerd door een ingewikkeld systeem met stimulerende en remmende factoren van de bloedstolling en bestaat uit een primaire en secundaire hemostase. Zowel de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis als het gebruik van psychofarmaca kan gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose of bloedingen. Psychiatrische stoornissen zoals depressieve stoornissen en schizofrenie vergroten, mede vanwege leefstijlfactoren, in veel gevallen het risico op trombose. Dit geldt ook voor de antipsychotica. Vergroten van het risico op bloedingen is echter ook mogelijk bij het gebruik van serotonineheropnameremmers (SRI’s) bij angstklachten en depressie. Preventie van trombose kan vooral bestaan uit het aanpakken van relevante (metabole) risicofactoren. Preventie van (maag)bloedingen in geval van SRI-gebruik kan eventueel bestaan uit het toevoegen van een maagzuurremmer, vooral als er sprake is van andere risicomedicatie (m.n. NSAID’s).

Lagere dosering kankermedicijnen vermindert CO2-uitstoot | Vaker zeer antibioticaresistente bacteriën | Zenuwschade door voedingssupplementen met vitamine B6 | Meer medicijngebruik in lage SES-gebieden | Preventieve behandeling kan ontwikkeling RA vertragen of voorkomen | Afbouwen van bloeddrukverlagende middelen afgeraden bij ouderen met dementie in verpleeghuis | Koorts na gebruik van mebendazol | DroomSap kan bijwerkingen geven | Positief effect van semaglutide bij chronische nierschade | Stijging uitgaven middelen voor gewichtsvermindering