PiL
Praktijkgerichte nascholing voor apothekers, huisartsen en ziekenhuisapothekers
Een combinatie van vakblad,e-learning,podcast, geaccrediteerd door KNMG, NVZA en KNMP. ‘Klik op abonneer hier’ voor meer informatie.

Alle collecties van PiL
Gesorteerd op nieuw - oud
Astma is een heterogene chronische longziekte met een hoge prevalentie bij zowel kinderen als volwassenen. Aangezien luchtwegontsteking centraal staat, bestaat de hoeksteen van de behandeling uit inhalatiecorticosteroïden (ICS). Binnen de groep ICS zijn er verschillende werkzame stoffen (beclometason, budesonide, ciclesonide, fluticason en mometason), doseringen (laag, medium en hoog) en doseerfrequenties (eenmaal of tweemaal daags). Dit maakt maatwerk in de initiële behandelkeuze mogelijk. In een aantal randomized controlled trials zijn de verschillende ICS zeer effectief bevonden. In de praktijk zien we echter dat een groot gedeelte van de patiënten hun astma niet onder controle heeft. Dit kan onder andere blijken uit suboptimale scores op de Asthma Control Questionnaire (ACQ > 0,75), overmatig gebruik van kortwerkende luchtwegverwijders (zoals salbutamol) of optreden van longaanvallen (exacerbaties). Hiervoor zijn verschillende onderliggende redenen aan te wijzen. Allereerst moeten uitlokkende prikkels (bijvoorbeeld pollen, roken) zoveel mogelijk worden vermeden. Daarnaast speelt onvoldoende onderdrukking van de luchtwegontsteking vaak een centrale rol en hierbij zijn een optimaal farmacotherapeutische behandeling en juist gebruik van longmedicatie van groot belang. Het kan zijn dat (in lijn met het vroegere behandeladvies om te starten met kortwerkende luchtwegverwijders) er geen ICS worden gebruikt, het kan ook zijn dat deze in een te lage dosering zijn voorschreven of dat de ICS niet voldoende (therapieontrouw) of niet correct (suboptimale inhalatietechniek) worden gebruikt. Een relatief nieuwe ‘biomarker’, de fractie uitgeademde stikstofmonoxide oftewel het zogeheten fractional exhaled nitric oxide (FeNO) kan wellicht een ondersteunende rol spelen om de astmafarmacotherapie te optimaliseren.
In dit artikel bespreken we de potentie van de FeNO-meting en mogelijke barrières voor de implementatie.

Finerenon is in 2022 goedgekeurd voor de behandeling van chronische nierschade met albuminurie bij diabetes mellitus type 2. Finerenon is beschikbaar in tabletten van 10 mg en 20 mg voor orale toediening. De gebruikelijke dosering is 10-20 mg 1 dd op geleide van de eGFR en de serumkaliumconcentratie. Het werkt als een selectieve mineralocorticoïdreceptor-antagonist, die overactivatie van deze receptor voorkomt en zo nierschade tegengaat. Klinische studies tonen aan dat finerenon het risico op nierfalen en hartproblemen verlaagt. De meest voorkomende bijwerking is hyperkaliëmie. Het middel is gecontra-indiceerd bij de ziekte van Addison en ernstige nierfunctiestoornissen en heeft interacties met CYP3A4-remmers en -inductoren. Finerenon wordt vergoed door de basiszorgverzekering en kost € 2,47 per tablet.

In Nederland ervaart ongeveer 65% van de mensen verbetering door GGZ-behandeling, wat betekent dat 35% onvoldoende baat heeft bij reguliere zorg. Medicatie helpt 40-55% van de mensen met psychische aandoeningen, terwijl psychotherapie effectief is voor 30-50%. Tegelijkertijd bestaan er zorgen over de ongewenste effecten van medicatie, zoals bijwerkingen, het risico op verslaving, en onttrekkingsverschijnselen bij het stoppen. Hierdoor geven sommige mensen de voorkeur aan natuurlijke middelen, in de hoop dat deze geen of minder ongewenste effecten hebben en/of beter aansluiten bij hun levensbeschouwing. In dit artikel worden de veertien meest onderzochte en vaak toegepaste natuurlijke middelen besproken voor mentale gezondheid, waarvoor (enige) wetenschappelijke evidentie bestaat. Deze middelen kunnen worden onderverdeeld in vier hoofdgroepen: kruiden, supplementen, vitamines en mineralen/spoorelementen. Het artikel behandelt toepassingen, dosering, werkingsmechanismen, bijwerkingen, interacties en gebruik tijdens zwangerschap en lactatie.

Bij palliatieve patiënten bij wie de terminale fase zich aandient, treden regelmatig plotselinge escalaties in de thuissituatie op zoals hevige pijn, benauwdheid en verwardheid. Doordat deze vaak buiten kantoortijden optreden, is de kans groot dat de vaste zorgverleners niet beschikbaar zijn. Daardoor laat behandeling lang op zich wachten en is onduidelijk wat er precies moet gebeuren. Het tijdig inzetten van de palliakit helpt om de rust te herstellen. Zo kunnen onnodig leed, angst en onrust bij patiënt en mantelzorgers én kan onnodige inzet van ambulance en Spoedeisende Hulp worden voorkomen.

Kim Gombert-Handoko (ziekenhuisapotheek, LUMC, Leiden) en Henk-Frans Kwint (Academische Apotheek Stevenshof, Leiden) pleiten voor meer intraprofessionele samenwerking: samenwerking tussen eerste- en tweedelijnsapothekers. Hun project over de overdracht van oncologische behandelingen naar de eerste lijn past daar goed in. In 2023 wonnen ze er met het Leids Academisch Netwerk Apothekers de KNMP Zorginnovatieprijs mee.

Het plaatsen van een spiraal is een ingreep die veel vrouwen als pijnlijk ervaren, ondanks het gebruik van pijnstillers zoals paracetamol en NSAID’s. Daarom krijgt effectievere pijnbestrijding bij spiraalplaatsing steeds meer aandacht, wat heeft geleid tot het herzien van de huidige NHG-Standaard. Op basis van recentere literatuur lijkt lidocaïne-prilocaïnecrème effectiever te zijn dan NSAID's en prostaglandine E-analoga in het verlichten van de pijn bij spiraalplaatsing. De bijwerkingen van deze pijnstillers zijn vergelijkbaar, maar komen vaker voor bij prostaglandine E-analoga. Gezien de positieve bevindingen over de effectiviteit en veiligheid van lidocaïne-prilocaïnecrème, kan het als pijnbestrijding bij spiraalplaatsing worden overwogen, totdat de nieuwe richtlijn beschikbaar is.