Actinische keratosen: to treat or not to treat

Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker en omvat verschillende diagnosen, waaronder basaalcelcarcinoom (BCC), plaveiselcelcarcinoom (PCC) en melanoom. Actinische keratose (AK) wordt gezien als voorstadium van PCC en is het gevolg van DNA-schade door UV-straling en genetische factoren. Risicofactoren zijn een lichte huid, leeftijd en immuunsuppressie. AK kan maligne ontaarden, maar ook spontaan verdwijnen. Risicofactoren voor progressie zijn immuunsuppressie en eerdere non-melanoma huidkanker. AK presenteert zich als ruwe schilferende plekjes op zonblootgestelde huid en kan jeukklachten en/of cosmetische bezwaren geven. Vanwege verschil in therapie wordt onderscheid gemaakt tussen solitaire AK-laesies en veldveranderingen, bestaande uit een gebied met meerdere, soms onzichtbare afwijkingen. AK kan worden geclassificeerd met behulp van de Olsen-gradatie. Differentiële diagnosen zijn PCC, morbus Bowen, superficieel BCC, (seborroïsch) eczeem of psoriasis. Voor solitaire AK is cryotherapie een snelle en kosteneffectieve eerstelijnsbehandeling. Bij veldveranderingen is veldbehandeling geïndiceerd, waarbij 5% 5-fluorouracil (5% 5-FU) de eerste keus is. Belangrijke aandachtspunten zijn therapietrouw en bijwerkingen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u actinische keratosen herkennen en deze klinisch onderscheiden van andere differentiële diagnosen
- weet u welke therapieën effectief zijn bij actinische keratosen, wat het werkingsmechanisme is en hoe u deze therapieën kunt inzetten in de eigen praktijk
- weet u dat actinische keratosen een laag maligne potentieel hebben en dat u behandeling overweegt in samenspraak met uw patiënt
- kunt u patiënten adequaat voorlichten over de risicofactoren, preventieve maatregelen en implicaties op lange termijn van actinische keratosen
- weet u wanneer een verwijzing naar de dermatoloog geïndiceerd is en kunt u patiënten hierover goed inlichten