Physios

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?

Abonneer nu!

Alle collecties van Physios

Gesorteerd op nieuw - oud
Evidence-based practice bij een degeneratieve meniscusscheur (VI) Lees meer over Evidence-based practice bij een degeneratieve meniscusscheur (VI) Evidence-based practice bij een degeneratieve meniscusscheur (VI)
Een meniscusscheur is een van de meest voorkomende knieblessures. Zowel fysiotherapie als een meniscusoperatie kan een effectieve behandeling zijn. Onderzoek toont aan dat bij patiënten met een degeneratieve meniscusscheur die geen slotklachten ervaren, fysiotherapeutische behandeling de voorkeur heeft boven een meniscusoperatie. Overigens geven onderzoeken naar mogelijke voorspellende factoren voor de beste behandeling bij een degeneratieve meniscusscheur geen betrouwbaar inzicht in wat de meest geschikte behandeling voor een individuele patiënt is. De keuzehulp bij meniscusklachten geeft de patiënt begrijpelijke en eenduidige informatie die op wetenschap is gebaseerd, en geeft de zorgverlener inzicht in de voorkeuren en verwachtingen van de patiënt. Deze keuzehulp kan het samen beslissen van de meest geschikte behandeling voor de patiënt ondersteunen. Dit kan uiteindelijk leiden tot minder onnodige operaties, meer patiënttevredenheid en meer passende zorg.
De fysiotherapeut als behandelaar van hoofdpijn (BG) Lees meer over De fysiotherapeut als behandelaar van hoofdpijn (BG) De fysiotherapeut als behandelaar van hoofdpijn (BG)
Hoofdpijn komt vaak voor en kent vele verschijningsvormen. De classificatie van de International Headache Society (IHS) is gebaseerd op het onderscheid tussen primaire en secundaire hoofdpijnen. Dit artikel bespreekt hoe deze classificatie in de fysiotherapeutische praktijk te gebruiken is. Met het volgen van deze classificatie is de analyse van de klacht hoofdpijn eenvoudiger en dat leidt tot verantwoorde keuzes in diagnostiek en behandeling. De nadruk in dit artikel ligt op de definitie en behandeling van de meest voorkomende primaire hoofdpijnen, namelijk spanningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn.
Het belang van coaching in de pediatrische kinesitherapie (VI) Lees meer over Het belang van coaching in de pediatrische kinesitherapie (VI) Het belang van coaching in de pediatrische kinesitherapie (VI)
Coaching zoals gedefinieerd door de International Coaching Federation, richt zich op het begeleiden van individuen om persoonlijke of professionele doelen te bereiken door zelfontdekking, bewustwording en het ontwikkelen van vaardigheden. In de pediatrische kinesitherapie bevordert coaching de participatie van kinderen in dagelijkse activiteiten door samenwerking met ouders en het stellen van inspirerende therapiedoelen, ondersteund door motiverende gesprekstechnieken, gezamenlijke besluitvorming en het opvolgen van de vooruitgang. Twee effectieve coachingmethoden, COPCA en GAME, benadrukken familiebetrokkenheid en de ontwikkeling van motorische vaardigheden bij kinderen met speciale behoeften
Coachend ondersteunen naar meer zelfmanagement (VI) Lees meer over Coachend ondersteunen naar meer zelfmanagement (VI) Coachend ondersteunen naar meer zelfmanagement (VI)
De behoefte aan zelfmanagement van patiënten wordt steeds groter. Dit komt deels doordat er meer aandacht is voor persoonsgerichte zorg en samen beslissen. Zeker gezien de druk op de gezondheidszorg is het van belang om patiënten meer eigen regie te geven over hun ziekte of aandoening. Door meer zelfmanagement ontwikkelen patiënten vaardigheden en het vertrouwen om gezondheidsbevorderend gedrag in stand te houden voor de rest van het leven. Het stimuleren van zelfmanagement vraagt om een meer coachende houding van de fysiotherapeut. Door middel van coachende gespreksvoering kan de fysiotherapeut de patiënt ondersteunen om bepaald gedrag te veranderen. De coachende grondhouding en gesprekstechnieken vormen hiervan de basis. Daarbij moet de fysiotherapeut niet te sturend en adviserend te zijn. Daarnaast zijn specifiekere gesprekstechnieken zoals motiverende gespreksvoering en oplossingsgericht coachen in te zetten wanneer de situatie daarom vraagt.
Motiverende gespreksvoering voor de fysiotherapeut (VI) Lees meer over Motiverende gespreksvoering voor de fysiotherapeut (VI) Motiverende gespreksvoering voor de fysiotherapeut (VI)
Motiverende gespreksvoering is een gidsende stijl van gespreksvoering die passend is in fysiotherapeutische consulten en in alle taken binnen het methodisch fysiotherapeutisch handelen. De communicatieve taken van een fysiotherapeut zijn te concretiseren door vier rollen: vertrouwenspersoon, coach, mededeelzame detective en docent. In deze vier rollen werkt de fysiotherapeut vanuit partnerschap, acceptatie, empowerment en compassie. De basis van het handelen wordt in grote mate gevormd door het ABC van zelfbeschikking: autonomie, binding en compassie. Vanuit de rol van coach gidst de fysiotherapeut de patiënt in gedragsverandering. Dit krijgt vorm door in het bijzonder aandacht te hebben voor de positieve zelfspraak van de patiënt en de eigen mogelijkheden om de verandering te realiseren.
Is een polsspalk zinvol bij carpaletunnelsyndroom? Lees meer over Is een polsspalk zinvol bij carpaletunnelsyndroom? Is een polsspalk zinvol bij carpaletunnelsyndroom?
Het carpaletunnelsyndroom (CTS) is de meest voorkomende compressieneuropathie van de bovenste extremiteit. De behandelopties voor CTS zijn in te delen in chirurgisch en niet-chirurgisch. Er zijn diverse niet-operatieve opties voor de behandeling van CTS, zoals een afwachtend beleid zonder of met educatie, ergonomische adviezen, spalktherapie en/of injectie in het carpale kanaal. Een recent herziene Cochrane-review (2023) onderzocht de voor- en nadelen van spalken in vergelijking met geen behandeling of andere niet-chirurgische behandelingen bij mensen met CTS. Het onderzoek laat zien dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen of spalken gunstig is voor mensen met CTS. Hoewel het erop lijkt dat spalken de symptomen niet verergert of tot bijwerkingen leidt, levert spalken weinig tot geen verbetering op voor CTS-symptomen en handfunctie, vooral niet op de korte termijn (minder dan 3 maanden). Geadviseerd wordt om terughoudend te zijn met het adviseren van spalktherapie en die alleen te overwegen bij bepaalde indicaties, zoals de laatste fase van de zwangerschap of bij specifieke pathologieën.