Cardiovasculaire complicaties van de behandeling van epilepsie met anti-aanvalsmedicatie
Het gebruik van anti-aanvalsmedicatie voor de behandeling van epilepsie kan leiden tot verschillende soorten cardiovasculaire complicaties. Natriumkanaalblokkers kunnen ritme- of geleidingstoornissen veroorzaken of doen toenemen. ECG-diagnostiek vóór en na het starten met deze medicijnen is in specifieke gevallen geïndiceerd. Het gebruik van bloedverdunners vereist extra aandacht bij het behandelen van patiënten met epilepsie vanwege mogelijke interacties met anti-aanvalsmedicatie. Enzyminducerende anti-aanvalsmedicatie kan op de langere termijn leiden tot een ongunstige cholesterol- en lipidenhuidhouding. Ook kan anti-aanvalsmedicatie, in het bijzonder valproaat, bijdragen aan gewichtstoename wat leidt tot een ongunstiger cardiovasculair profiel. Het advies is om anti-aanvalsmedicatie met enzyminducerende en -inhiberende eigenschappen alleen in te zetten als gebruik van medicatie zonder deze eigenschappen niet mogelijk is en te overleggen met de (behandelend) cardioloog bij zorgen over interacties en/of ritme- of geleidingstoornissen.