Van vet naar vooruitgang: obesitas als sleutelfactor bij hartfalen
Obesitas is een belangrijke risicofactor voor hartfalen (HF), vooral voor HF met behouden ejectiefractie (HFpEF). Ondanks vooruitgang in de behandeling blijft HF een ongeneeslijke aandoening met hoge morbiditeit en mortaliteit. Gewichtsverlies via leefstijlinterventies, medicatie of bariatrische chirurgie kan bijdragen aan symptoomverlichting, maar effectiviteit en duurzaamheid variëren. Medicatie gebaseerd op incretine, zoals semaglutide en tirzepatide, tonen veelbelovende resultaten in HFpEF-patiënten met obesitas, waaronder verbeterde inspanningscapaciteit, gezondheidsstatus en minder HF-gerelateerde events. Toekomstig onderzoek moet zich richten op langetermijneffecten, lichaamssamenstelling en vetverdeling. Het gebruik van alleen BMI is ontoereikend: nauwkeurigere maten van centrale adipositas zijn nodig. Geïntegreerde zorgmodellen en vroegtijdige herkenning van obesitas-gerelateerd HF, met aandacht voor multimorbiditeit, zijn essentieel voor effectieve preventie en behandeling. Uniforme meetmethoden en meer inzicht in de rol van ectopisch vet kunnen leiden tot gepersonaliseerde behandelstrategieën en betere uitkomsten voor patiënten met HF en obesitas.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- bent u zich ervan bewust dat obesitas een belangrijke risicofactor is voor hartfalen
- weet u dat hartfalen een veelvoorkomende, ongeneeslijke aandoening is met een hoge mortaliteit en morbiditeit
- realiseert u zich dat het gebruik van BMI als enige maat voor obesitas onvoldoende is om een goede risico-inschatting te maken van het ontstaan van hartfalen
- weet u dat hartfalen en obesitas complexe en deels overlappende pathofysiologische mechanismen delen
- heeft u kennis over de verschillende behandelstrategieën, inclusief hun effectiviteit, bij patiënten met obesitas en hartfalen
- ziet u in dat vroegtijdige herkenning en erkenning van obesitas noodzakelijk zijn om hartfalen te voorkomen