Chronisch hartfalen: van diagnostiek naar behandeling

Hartfalen is een complex klinisch syndroom dat zich kenmerkt door een onvermogen van het hart om adequate circulatie te leveren voor de fysiologische behoeften van het lichaam. Dit kan leiden tot symptomen als kortademigheid, verminderde inspanningstolerantie, vermoeidheid en vochtretentie. Bij lichamelijk onderzoek kan er sprake zijn van verhoogde centraal veneuze druk, pulmonale crepitaties, perifeer ‘pitting’ oedeem of ascites. Hartfalen wordt onderverdeeld in drie groepen op basis van ejectiefractie: hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF), een licht verminderde ejectiefractie (HFmrEF) en een behouden ejectiefractie (HFpEF). Voor alle patiënten met HFrEF dient de behandeling zich primair op ziektemodificerende therapieën te richten die zowel morbiditeit als mortaliteit verlagen: ACE-i/ARNI, β-blokkers, MRA en SGLT2-remmer. Voor sommige patiënten kan een belangrijke daling van morbiditeit en mortaliteit worden bereikt door middel van cardiale resynchronisatie therapie (CRT) met een biventriculaire pacemaker en/of het implanteren van een inwendige cardioverter-defibrillator (ICD).
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u de verschillende symptomen van hartfalen beschrijven
- kunt u de diagnostische stappen naar hartfalen benoemen en een patiënt indelen in de bijbehorende classificatie
- kent u de passende medicamenteuze behandeling voor elke groep van hartfalen
- kunt u de functie van ICD/CRT bij hartfalen beschrijven