Hypertensieve crisis

01 juni 2016

Bij een acute of symptomatische ernstige (>120-130 mmHg diastolisch of >200-220 mmHg systolisch) verhoging van de bloeddruk dient onderzocht te worden of er sprake is van een hypertensieve crisis, d.w.z. of er (kans op) acute orgaanschade of progressie van reeds bestaande orgaanschade is, of dat er sprake is van ernstige hypertensie zonder acute of progressie van orgaanschade. De term ‘hypertensieve crisis’ omvat twee situaties: 1 hypertensieve urgentie, waarbij er kans is op acute of progressie van orgaanschade maar deze er nog niet is, en 2 hypertensief noodgeval waarbij acute orgaanschade manifest is. De volgende hypertensieve noodgevallen worden onderscheiden: hypertensieve crisis met retinopathie, microangiopathie, acute nierinsufficiëntie of encefalopathie, cardiale ischemie, acuut hartfalen met longoedeem, acute aortadissectie, hersenbloeding of herseninfarct, adrenerge crisis, postoperatieve hypertensie, en pre-eclampsie/eclampsie. Afhankelijk van de aard van de hypertensieve crisis wordt bepaald hoe snel, in welke mate en met welke middelen de bloeddruk verlaagd dient te worden.

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze collectie:

  • kunt u het onderscheid maken tussen ernstige hypertensie, hypertensieve urgentie en hypertensief noodgeval
  • bent u in staat de verschillende vormen van hypertensief noodgeval te onderscheiden, een passende intraveneuze behandeling met antihypertensiva te kiezen en de snelheid van de bloeddrukverlaging en de streefbloeddruk te bepalen

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 juni 2016
Duur
1 uur

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met A&I?

In deze collectie

Artikel

Hypertensieve crisis

Auteurs
dr. B. (Bas) van den Boogaard
dr. B.J.H. (Bert-Jan) van der Born
Niet gestart
1 uur
Je hebt geen abonnement op A&I.
Bijlage

Literatuurlijst

Niet gestart
Je hebt geen abonnement op A&I.