AccreDidact POH-GGZ
Praktijkgerichte nascholing voor de POH-GGZ
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact POH-GGZ?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van AccreDidact POH-GGZ
Gesorteerd op nieuw - oud
Patiënten met een ernstige psychische aandoening (EPA) vormen een kleine maar kwetsbare groep binnen de huisartsenpraktijk. Ze kampen vaak met beperkingen in het sociaal en maatschappelijk functioneren en doen, mede door bijkomende gezondheidsproblemen, regelmatig een beroep op de eerste lijn. Sinds 2014 worden EPA-patiënten steeds vaker ambulant behandeld en bij stabilisatie terugverwezen naar de huisarts en de POH-GGZ. Deze nascholing biedt praktische handvatten voor het ondersteunen van deze patiënten.
In BLOK A staat de rol van de POH-GGZ in het versterken van mentale veerkracht en het behouden van psychische balans centraal. BLOK B behandelt herstelgerichte zorg en generieke interventies die patiënten meer grip geven op hun leven. BLOK C gaat in op de lichamelijke gezondheid, het belang van een gezonde leefstijl, en de bijwerkingen van psychofarmaca, zoals antipsychotica en antidepressiva.
De nascholing is gebaseerd op recente beleidsontwikkelingen, wetenschappelijke inzichten en de groeiende rol van de patiënt als ervaringsdeskundige. Een structureel vervolgbeleid is essentieel voor deze patiëntengroep. Deze nascholing ondersteunt de POH-GGZ in het leveren van passende, integrale zorg.

Psychosociale klachten zijn wijdverbreid en vormen een aanzienlijke belasting voor patiënten en de huisartsenpraktijk. Depressie en angststoornissen stonden in 2015 in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast in Nederland. Ongeveer 20% van de Nederlandse volwassenen heeft een psychische aandoening, en het aandeel patiënten dat de POH-GGZ bezoekt, is tussen 2011 en 2017 fors gestegen. Veel klachten vallen buiten de DSM-classificaties, maar veroorzaken wel stress, slapeloosheid of somberheid. Medicatie is vaak niet geïndiceerd of wenselijk. Niet-medicamenteuze interventies zijn dan belangrijk.
In deze nascholing wordt problem-solving treatment (PST) gepresenteerd als een praktische, kortdurende behandeling die aansluit bij de dagelijkse praktijk van de POH-GGZ. PST helpt patiënten om hun problemen gestructureerd aan te pakken en herwint zo het gevoel van controle, wat leidt tot vermindering van psychische klachten. PST is effectief bij depressieve klachten, maar ook toepasbaar bij angststoornissen, persoonlijkheidsproblematiek en palliatieve zorg.
De e-learning bestaat uit twee blokken. In BLOK A wordt de achtergrond, theorie en effectiviteit van PST behandeld. In BLOK B leer je hoe je PST toepast in de praktijk. De NHG-Standaard Depressie noemt PST expliciet als behandeloptie, wat het belang voor de eerstelijnszorg onderstreept.

Religie en spiritualiteit spelen voor veel mensen een belangrijke rol in hun leven, ook bij psychische klachten. In deze nascholing staat de omgang met religieuze en spirituele belevingen binnen de huisartsenzorg centraal. De e-learning biedt handvatten voor de POH-GGZ om religie en spiritualiteit zorgvuldig te verkennen en te duiden, met aandacht voor culturele en persoonlijke betekenisgeving.
In onderdeel A1 wordt stilgestaan bij ethische en professionele uitgangspunten. Onderdeel A2 gaat in op denkmodellen die de relatie tussen religiositeit en psychopathologie verklaren, met nadruk op depressie. Daarnaast komen religieuze wanen, spirituele ervaringen bij manie, schuldbeleving, dwang en schizotypie aan bod, en de afweging of deze symptomen dan wel copingstrategieën zijn.
Onderdeel B1 behandelt hoe je in gesprek kunt gaan over religie en spiritualiteit, inclusief de opbouw van een religieuze anamnese. In B2 staat de rol van religie en spiritualiteit binnen het psychotherapeutisch contact centraal.
Hoewel er nog geen richtlijn is ontwikkeld voor dit onderwerp, volgt deze nascholing een opbouw die daaraan raakt. Dit maakt de inhoud direct toepasbaar in de praktijk van de POH-GGZ.

Pijn en depressie komen vaak samen voor in de huisartsenpraktijk. Volgens Breivik et al. (2006) ervaart 18% van de Nederlanders pijnklachten, waarvan een kwart al meer dan twintig jaar. Bij circa 80% van de patiënten met buikpijn, rugpijn of hoofdpijn zijn tevens depressieve klachten aanwezig. Andersom is pijn ook een veelvoorkomende lichamelijke klacht bij depressie. De nauwe samenhang tussen pijn en depressie vraagt om specifieke aandacht in de spreekkamer van de POH-GGZ.
In deze nascholing wordt deze samenhang stapsgewijs verkend. In BLOK A wordt eerst afzonderlijk ingegaan op pijn en daarna op depressie. BLOK B bespreekt de interactie tussen beide en de implicaties hiervan voor de diagnostiek. Tot slot wordt in BLOK C de behandeling van pijn en depressie besproken, met aandacht voor integrale benaderingen.
De nascholing is gebaseerd op diverse studies, de NHG-Standaarden Depressie en SOLK, en de AccreDidact-nascholing Pijn en pijnbehandeling (2016;4) van Paul Lieverse. Deze nascholing biedt POH’s-GGZ praktische handvatten om lichamelijke en psychische klachten in samenhang te beoordelen en te behandelen.

De diagnose ADHD bij volwassenen wordt in Nederland pas sinds 1996 gesteld. Inmiddels is duidelijk dat bij circa 60% van de kinderen met ADHD de symptomen blijven bestaan en dat 90% ook als volwassene disfunctioneert. Voor veel patiënten betekent de diagnose eindelijk erkenning, maar er is ook discussie over overdiagnosticering. De gevolgen van onbehandelde ADHD zijn echter aanzienlijk, zowel persoonlijk als maatschappelijk: van werkverzuim en onderpresteren tot verslaving en criminaliteit.
De POH-GGZ speelt een belangrijke rol in het signaleren van ADHD bij volwassenen. In deze nascholing wordt, op basis van recente literatuur en richtlijnen, ingegaan op herkenning, diagnostiek en behandeling van ADHD. De focus ligt op wat de POH-GGZ hierin kan betekenen. In BLOK A wordt ingegaan op het herkennen van ADHD en de rol van de POH-GGZ bij het in kaart brengen van symptomen. BLOK B behandelt diagnostiek en de behandelmogelijkheden. Hoewel een NHG-Standaard voor ADHD bij volwassenen ontbreekt, biedt deze nascholing praktische handvatten voor ondersteuning van deze patiëntengroep in de huisartsenpraktijk.

In Nederland hebben ongeveer 2,3 miljoen mensen een IQ onder de 85. Deze groep heeft een drie- tot viermaal verhoogd risico op het ontwikkelen van psychische problemen en komt vaker bij de huisarts en de POH-GGZ. Toch wordt een laag IQ vaak niet herkend, terwijl het van grote invloed is op de manier waarop patiënten omgaan met klachten en behandeling.
In deze nascholing leer je hoe je een laag IQ kunt signaleren bij jouw patiënten, en wat de implicaties zijn voor de begeleiding en behandeling. In BLOK A wordt ingegaan op het herkennen van een IQ onder de 85 en op het verschil tussen zwakbegaafdheid en een verstandelijke beperking. In BLOK B komt de relatie tussen een laag IQ en psychische problematiek aan bod, inclusief de verhoogde kwetsbaarheid voor onder meer psychotische stoornissen, angststoornissen en middelenmisbruik. Ook wordt besproken waarom deze patiënten vaker in de huisartsenpraktijk terechtkomen en welke rol jij als POH-GGZ hierin kunt spelen.
Deze nascholing is gebaseerd op praktijkervaring, wetenschappelijk onderzoek en publicaties zoals Zorg Beter Begrepen en is bedoeld om jouw handelingsrepertoire te verbreden in de zorg voor deze kwetsbare groep.