Toepassing van de Wvggz

Sinds 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) van kracht, als opvolger van de Wet Bopz. De Wvggz sluit beter aan bij de moderne GGZ-praktijk, met meer nadruk op ambulante zorg en een centrale rol voor de geneesheer-directeur. Tegelijkertijd zijn veiligheidsaspecten en de betrokkenheid van de officier van justitie belangrijker geworden. De implementatie van de wet bracht echter uitvoerings- en interpretatieproblemen met zich mee, wat leidde tot jurisprudentie en aanpassingen via (spoed)reparatiewetgeving. In deze nascholing krijgt u als POH-GGZ een overzicht van de praktische uitvoering van de Wvggz, gericht op situaties waarin verplichte zorg mogelijk noodzakelijk is. U leert welke stappen worden verwacht in de eerstelijnscontext, hoe een beoordeling door de crisisdienst of GGZ-behandelaar tot stand komt en wat uw rol daarin is. De focus ligt op de toepasbaarheid in de klinische praktijk. Specifieke onderdelen zoals forensische zorg (hoofdstuk 9 Wvggz) en uitvoering bij jeugdigen (12–18 jaar) vallen buiten de scope van deze nascholing.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heb je meer inzicht in de grondprincipes en doelstellingen van de Wvggz
- ken je de mogelijkheden die de Wvggz biedt wanneer onvrijwillige zorg overwogen wordt
- heb je meer kennis over de rol van de verschillende actoren rond de wet
- heb je inzicht in de wettelijke regels omtrent uitvoering van verplichte zorg in het kader van een crisismaatregel of zorgmachtiging
- heb je meer inzicht in het belang van het voorkomen van verplichte zorg door onder andere het gebruik van een crisissignaleringsplan/crisiskaart