AccreDidact Farmaceutisch consulent

Geneesmiddelenverslaving is een groeiend probleem en vormt voor huisartsen en apothekers een bron van ethische dilemma’s. Het herkennen van verslavingsgedrag, vooral bij opioïden en benzodiazepinen, en het balanceren tussen patiëntenzorg en medicatieveiligheid blijkt in de praktijk complex. De opioïdencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot grotere alertheid, ook in Nederland, waar het voorschrijven van opioïden tot 2019 toenam en inmiddels kritischer wordt benaderd. In deze nascholing leert u hoe u verslaving bij patiënten kunt herkennen, welke risico’s eraan verbonden zijn en welke rol u als huisarts of apotheker speelt in preventie en begeleiding. BLOK A gaat in op verslaving in algemene zin, inclusief signalering en risico-inschatting. BLOK B focust op geneesmiddelenverslaving, met specifieke aandacht voor opioïden en benzodiazepinen. U krijgt praktische handvatten om in de praktijk samen te werken, weloverwogen te handelen en bij te dragen aan het voorkómen van schade door verslavende medicatie. Deze e-learning ondersteunt u in het bieden van verantwoorde zorg aan kwetsbare patiënten.

Per 1.000 patiënten ziet de huisarts jaarlijks ongeveer 50 mensen met een bacteriële huidinfectie – een klacht die dus wekelijks terugkomt in de praktijk. De meeste gevallen zijn goed te behandelen binnen de eerste lijn, vaak met snel resultaat. De NHG-Standaard biedt duidelijke handvatten, maar in de praktijk blijken keuzes rondom behandeling te variëren, met name wat betreft antibioticakeuze en behandelduur. Deze nascholing richt zich op de meest voorkomende bacteriële huidinfecties die huisartsen zelfstandig behandelen. Complexere gevallen, die specifieke expertise vergen, worden kort aangestipt. In BLOK A worden diagnostiek en behandelkeuzes besproken, inclusief het onderscheid tussen smalspectrum- en breedspectrumantibiotica, het belang van bètalactamasevorming en aandacht voor resistentieontwikkeling, waaronder MRSA. In BLOK B wordt specifiek ingegaan op impetigo (‘krentenbaard’): de indicaties voor lokale versus orale behandeling, de rol van mupirocine als reservemiddel, en praktische tips over het verwijderen van korsten. Deze nascholing biedt praktische en actuele inzichten, gebaseerd op de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties, waarmee u uw antibioticabeleid en therapiekeuzes in de spreekkamer nog scherper kunt afstemmen.

Hoofdpijn is een veelvoorkomende klacht, maar patiënten zoeken zelden hulp. Toch kan de impact groot zijn: angst voor nieuwe aanvallen en vermijdingsgedrag bepalen vaak het dagelijks leven. Apothekers signaleren regelmatig oneigenlijk gebruik van pijnstillers en bijwerkingen door verkeerd medicatiegebruik – zonder dat de patiënt zich daarvan bewust is. In deze nascholing wordt ingegaan op de meest voorkomende vormen van hoofdpijn: spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn, clusterhoofdpijn en trigeminusneuralgie. De ICHD-3-classificatie vormt hiervoor de basis, evenals de NHG-Standaard Hoofdpijn (2014) en actuele inzichten die vooruitlopen op de verwachte herziening. BLOK A behandelt diagnostiek en classificatie, inclusief aandacht voor triage bij acute hoofdpijn en overlap tussen hoofdpijntypen. BLOK B richt zich op medicamenteuze behandeling en recente wijzigingen, zoals de toevoeging van candesartan aan de preventieve behandeling, het vervallen van topiramaat en valproaat in de eerste lijn, en de herwaardering van amitriptyline. U krijgt praktische handvatten om ziektelast te signaleren, therapie te begeleiden en patiënten te adviseren over veilige medicatiekeuze, gebruik en preventie. Deze nascholing biedt u actuele en toepasbare kennis voor een actieve rol bij hoofdpijnzorg in de apotheek.

Vragen over medicatie op reis komen regelmatig voor in de apotheek. Het kan daarbij gaan om voorgeschreven middelen zoals vaccins, malariaprofylaxe of antibiotica, maar ook om adviezen over het meenemen van onderhoudsmedicatie en geschikte zelfzorgmiddelen. Reizigers weten vaak niet wat ze op hun bestemming kunnen verwachten qua gezondheidszorg, apotheekvoorzieningen of beschikbare medicatie. In deze nascholing leert u hoe u als apotheker of apotheekmedewerker reizigers goed kunt adviseren over medicatiegebruik vóór en tijdens de reis. BLOK A bespreekt het belang van reizigersadvies, de rol van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR), en de voorwaarden waaraan een apotheek moet voldoen bij individuele reizigersadvisering. BLOK B richt zich op praktische vragen aan de balie, zoals het veilig meenemen van medicatie, regelgeving rond medicijntransport en algemene tips voor de reisapotheek. Ook voor reizigers zonder officieel advies speelt de apotheek een belangrijke rol. U leert hoe u aanvullende informatie en ondersteuning biedt, zodat reizigers goed voorbereid en veilig op pad kunnen gaan. Deze nascholing biedt handvatten om uw voorlichtende rol rondom reizen en medicatie professioneel en verantwoord in te vullen.

De apotheker opereert in een complex juridisch landschap, met wet- en regelgeving afkomstig uit onder meer de Geneesmiddelenwet, Opiumwet, Wet BIG, WGBO, Wkkgz, Zorgverzekeringswet en AVG. Deze wetten zijn vaak algemeen geformuleerd en sluiten niet altijd naadloos aan op de dagelijkse praktijk. Beroepsnormen, veldnormen en tuchtrechtelijke uitspraken helpen bij de interpretatie en toepassing ervan. In deze nascholing wordt besproken wat de relevante wetgeving betekent voor het handelen van de apotheker in de praktijk. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en tuchtcasussen wordt inzicht geboden in juridische afwegingen en beroepsnormen. U leert welke risico’s kunnen ontstaan en hoe u uw werkwijze hierop kunt afstemmen. De e-learning bestaat uit twee delen. BLOK A gaat in op wetgeving, beroepsnormen en inspectierapporten, waaronder aspecten van de Opiumwet. BLOK B bespreekt tuchtrechtelijke en civiele uitspraken, waaronder casussen uit de Geschillencommissie en de Rechtbank. Deze nascholing helpt u juridische valkuilen te herkennen en uw professionele handelen te versterken met kennis van wet- en regelgeving in de apotheekpraktijk.

In Nederland dialyseren circa 6.500 mensen thuis of in een dialysecentrum. Zij gebruiken gemiddeld twaalf verschillende geneesmiddelen per dag en zijn kwetsbaar door comorbiditeit en het intensieve dialyseritme. Medicatiefouten komen bij deze groep vaak voor, mede door suboptimale communicatie tussen de eerste en tweede lijn. Apothekers spelen daarom een essentiële rol in het optimaliseren van medicatiegebruik bij dialysepatiënten. Deze nascholing biedt u inzicht in de achtergrond en methoden van dialyse, en hoe dialyse de farmacokinetiek van geneesmiddelen beïnvloedt. U leert welke geneesmiddelen aangepast moeten worden, welke contra-geïndiceerd zijn en hoe u risico’s zoals postdialyse-insulten door spiegelveranderingen van bijvoorbeeld anti-epileptica kunt beperken. Ook komt casuïstiek aan bod die helpt bij het bepalen van passende doseringen. De e-learning sluit af met praktische adviezen om de farmaceutische zorg voor dialysepatiënten te verbeteren, in nauwe samenwerking met artsen en andere zorgverleners. U wordt zo toegerust om actief bij te dragen aan veilige en effectieve geneesmiddeltoediening binnen deze complexe patiëntenzorg.