ADHD-medicatie

ADHD is inmiddels niet alleen een bekende diagnose binnen de zorg, maar ook onderwerp van maatschappelijk debat. Discussies over medicalisering en ‘neurodiversiteit’ leiden tot uiteenlopende perspectieven op diagnostiek en behandeling. Tegelijkertijd zijn er inhoudelijke redenen voor deze update van de oorspronkelijke nascholing uit 2014, waaronder nieuwe medicamenteuze opties en de toegenomen complexiteit van de behandelkeuzes. In deze e-learning staat de farmacologische behandeling van ADHD centraal. BLOK A behandelt de verschillende medicamenteuze mogelijkheden, waaronder methylfenidaat, (lis)dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine en off-label opties zoals clonidine, antidepressiva en melatonine. De nascholing belicht ook recente ontwikkelingen uit de richtlijn ADHD bij volwassenen. BLOK B richt zich op de klinische toepassing: effectiviteit, bijwerkingen en overwegingen in de praktijk. Speciale aandacht gaat uit naar klinisch relevante interacties die niet altijd in de G-standaard of Kennisbank zijn opgenomen, maar volgens de auteur wel van belang zijn. Deze nascholing biedt u een actueel overzicht van farmacotherapie bij ADHD, en ondersteunt u in het maken van onderbouwde behandelkeuzes.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de voornaamste kenmerken van ADHD
- kent u de standaarddoseringen en kunt u ze aanpassen aan het individu
- kent u alternatieven voor stimulantia
- weet u wat de werking en bijwerking en desbetreffende voorzorgsmaatregelen zijn
- bent u op de hoogte van de evidentie omtrent ‘zorgen’ wat betreft het gebruik van stimulantia