AccreDidact Apotheker

Praktijkgerichte nascholing voor de apotheker

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Apotheker?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van AccreDidact Apotheker

Gesorteerd op nieuw - oud
Valpreventie bij ouderen Lees meer over Valpreventie bij ouderen Valpreventie bij ouderen
Vallen komt veel voor bij ouderen: jaarlijks valt ongeveer een derde van de mensen boven de 65 jaar. In 10% van de gevallen leidt dit tot ernstig letsel. Toch melden veel ouderen zich niet bij de huisarts na een val, omdat ze het zien als een normaal onderdeel van het ouder worden. Juist daarom is actieve opsporing en preventie van groot belang. In deze e-learning, gebaseerd op de richtlijn Preventie van valincidenten bij ouderen, leert u valincidenten herkennen als symptoom met vaak meerdere oorzaken, zoals hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen, polyfarmacie, depressie, ondervoeding en verborgen alcoholgebruik. BLOK A richt zich op het signaleren van verhoogd valrisico. U leert welke risicofactoren een rol spelen en hoe u deze herkent, ook wanneer patiënten zich niet spontaan melden. In BLOK B staat de aanpak van valrisico centraal. Aan de hand van de richtlijn leert u welke interventies mogelijk zijn, en hoe u kunt samenwerken binnen de zorgketen. Deze nascholing biedt praktische handvatten voor effectieve preventie en behandeling van valincidenten bij ouderen in de huisartsenpraktijk.
Antistolling in de klinische praktijk Lees meer over Antistolling in de klinische praktijk Antistolling in de klinische praktijk
Antitrombotische middelen – waaronder trombocytenaggregatieremmers en antistollingsmiddelen – worden veel gebruikt in de dagelijkse praktijk, maar brengen een verhoogd risico op bloedingen met zich mee. Ze behoren tot de top 3 van medicijnen die leiden tot (onnodige) ziekenhuisopnames. Voor u als apotheker is het daarom essentieel om inzicht te hebben in de juiste toepassing, dosering en mogelijke risico’s van deze middelen. In deze e-learning verdiept u zich in de fysiologie en pathofysiologie van de stolling, als basis voor het begrijpen van het werkingsmechanisme van antitrombotica en hun farmacokinetiek. In BLOK A staat de achtergrond van stolling en de werking van antitrombotische middelen centraal. BLOK B behandelt de indicaties, contra-indicaties, voorzorgen en interacties. Hierbij leert u hoe u als apotheker fouten kunt signaleren en complicaties kunt helpen voorkomen. Deze nascholing helpt u veilige farmacotherapie te waarborgen en bij te dragen aan het verminderen van medicatiegerelateerde schade bij patiënten.
Chronische en neuropathische pijn Lees meer over Chronische en neuropathische pijn Chronische en neuropathische pijn
Pijn is een veelvoorkomende klacht bij uiteenlopende aandoeningen en wordt sinds 2020 internationaal gedefinieerd als ‘een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met of lijkt op feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging’. Deze definitie benadrukt de persoonlijke beleving en maakt onderscheid tussen nociceptie en pijn. Daarbij erkent zij dat pijn ook zonder aantoonbare oorzaak kan voorkomen, wat voor huisartsen van belang is bij het bepalen van een behandelstrategie. In deze e-learning wordt in BLOK A de pathofysiologie en diagnostiek van verschillende soorten pijn besproken. Ook komen veelvoorkomende oorzaken van (chronische) pijn aan bod, zoals gewrichtsklachten, fibromyalgie, lagerugpijn en neuropathische pijn. Kankerpijn en hoofdpijn blijven buiten beschouwing, omdat hierover al aparte nascholingen verschenen zijn. BLOK B richt zich op de behandeling van pijn met analgetica. De nadruk ligt op farmacologische werking, bijwerkingen en het praktisch toepassen van de adviezen uit de NHG-Standaard Pijn. Pijn bij ouderen krijgt hierbij aparte aandacht. Casussen uit BLOK A worden in BLOK B verder uitgewerkt. Deze nascholing biedt u een gestructureerd en praktisch overzicht van pijnproblematiek in de huisartsenpraktijk.
ADHD-medicatie Lees meer over ADHD-medicatie ADHD-medicatie
Deze nascholing is bijgewerkt in april 2025. ADHD is tegenwoordig een veelbesproken onderwerp, zowel binnen de medische wereld als in het publieke debat. Sinds de eerste versie van deze nascholing in 2014 is de aandacht voor ADHD alleen maar toegenomen. Discussies over medicalisering — bijvoorbeeld door de richtlijn ADHD bij volwassenen, die meer volwassenen toegang geeft tot behandeling — staan lijnrecht tegenover de beweging rond ‘neurodiversiteit’, die benadrukt dat afwijkend gedrag niet per se een stoornis is. Deze e-learning biedt een actuele update op het gebied van ADHD, mede naar aanleiding van nieuwe medicamenteuze opties en toenemende complexiteit in de behandeling. ADHD wordt vaak gezien als een stoornis bij kinderen, met typische symptomen als impulsiviteit en hyperactiviteit. De farmacologische behandeling bestaat grotendeels uit stimulantia zoals methylfenidaat en (lis)dexamfetamine, maar ook guanfacine en off-label middelen worden ingezet. Blok A bespreekt de farmacologie van de beschikbare middelen. Blok B gaat in op de effectiviteit en bijwerkingen in de klinische praktijk. Relevante, maar mogelijk niet in de G-standaard of Kennisbank opgenomen interacties worden eveneens belicht op basis van klinische inschatting. Deze nascholing biedt u daarmee een breed en actueel overzicht van de behandeling van ADHD.
Acuut coronair syndroom Lees meer over Acuut coronair syndroom Acuut coronair syndroom
Pijn op de borst is een veelvoorkomende klacht in de huisartsenpraktijk, met een brede differentiële diagnose. Op basis van anamnese, voorgeschiedenis, risicofactoren en lichamelijk onderzoek maakt u als huisarts een eerste inschatting. Soms is een acuut coronair syndroom (ACS) direct verdacht, maar vaak blijft de oorzaak onduidelijk. In 8% tot 15% van de gevallen is de oorzaak cardiovasculair. In vergelijking met de Spoedeisende Hulp (SEH), waar 54% van de patiënten met pijn op de borst een cardiovasculaire oorzaak heeft, is dit in de huisartsenpraktijk slechts 13%. Hier worden vooral skelet- en spierproblemen, gastro-intestinale ziekten, psychopathologie en luchtwegaandoeningen vastgesteld. Deze e-learning richt zich op de herkenning en farmacologische behandeling van coronairlijden. In Blok A worden de relevante geneesmiddelen besproken, waaronder bloedverdunners, bètablokkers, ACE-remmers, statines, nitraten en calciumantagonisten. Blok B behandelt de rol van de apotheker, met aandacht voor polyfarmacie, interacties en het voorkomen van bijwerkingen. Een tijdige, juiste behandeling is cruciaal bij ACS. De nascholing helpt u om coronairlijden effectiever te herkennen en medicamenteus te begeleiden — in nauwe samenwerking met de apotheker, die hierbij een essentiële rol vervult.
Pijn bij kanker Lees meer over Pijn bij kanker Pijn bij kanker
Pijn is een veelvoorkomend en ingrijpend symptoom bij kanker. In de curatieve fase ervaart ongeveer een derde van de patiënten pijnklachten. Dit percentage stijgt bij uitzaaiingen of gevorderde ziekte, tot zelfs driekwart in de terminale fase. Bij de helft van de patiënten is de pijn onvoldoende onder controle. De impact is zowel lichamelijk als emotioneel groot. Deze nascholing richt zich op het verbeteren van pijnbehandeling bij kanker. In BLOK A wordt ingegaan op barrières bij artsen en patiënten, het belang van pijnmeting en -herkenning, en een integrale aanpak van pijn. Ook de organisatie van zorg in de laatste levensfase, inclusief de taakverdeling tussen zorgverleners en apothekers, komt aan bod. BLOK B behandelt de farmacologische pijnbestrijding, met nadruk op opioïden (stap 3 van de WHO-pijnladder) en doorbraakpijn. Tevens worden adjuvante analgetica en behandeling van specifieke patiëntgroepen besproken. De e-learning verwijst naar de richtlijn van 2019 van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, die eerdere richtlijnen vervangt. Ook de NHG-Standaard Pijn (2018–2021, in herziening) wordt betrokken. Deze nascholing helpt u pijn bij kanker doeltreffender te herkennen en behandelen.