AccreDidact Apotheker
Praktijkgerichte nascholing voor de apotheker
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Apotheker?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van AccreDidact Apotheker
Gesorteerd op nieuw - oud
Naar schatting heeft één op de twintig Nederlanders van 65 jaar en ouder hartfalen; boven de 85 jaar is dat zelfs één op de vijf. Door de dubbele vergrijzing en betere overleving na hartinfarcten neemt het aantal patiënten met hartfalen de komende twintig jaar verder toe.
In deze nascholing wordt eerst ingegaan op de rol van de apotheker binnen de eerstelijnszorg, waar samenwerking met huisarts, cardioloog, hartfalenverpleegkundige en andere zorgverleners essentieel is. Vervolgens worden de risicofactoren en het cardiovasculair risicomanagement besproken, met aandacht voor de relatie tussen atherosclerose en hartfalen.
Daarna komt de snelle ontwikkeling in diagnostiek en behandeling aan bod. U leert onder meer over het belang van BNP (B-type natriuretisch peptide), de toepassing van MRI van het hart en het gebruik van de ICD (interne cardioverter-defibrillator).
Deze e-learning biedt u de noodzakelijke kennis om als apotheker effectief bij te dragen aan de zorg voor hartfalenpatiënten, inclusief uitleg aan patiënten over nieuwe diagnostische technieken en behandelingen.

Pijn is een veelvoorkomend symptoom bij kanker en komt voor in alle stadia van de ziekte. Ongeveer een derde van de patiënten met een curatief behandelperspectief ervaart pijnklachten, oplopend tot driekwart in de terminale fase. Bij de helft van deze patiënten is de pijnbehandeling onvoldoende, ondanks bestaande richtlijnen. Pijn bij kanker heeft niet alleen lichamelijke gevolgen, maar leidt ook tot angst en depressie.
In deze e-learning staat het verbeteren van pijnbehandeling bij kanker centraal. In BLOK A bespreken we eerst de barrières die effectieve pijnbestrijding in de weg staan – zowel bij zorgverleners als patiënten – en hoe deze geslecht kunnen worden. Daarbij komt ook het belang van pijnmeting, pijnclassificatie en de rolverdeling tussen zorgprofessionals, inclusief de apotheker, aan bod.
BLOK B richt zich op de farmacotherapeutische behandeling. We behandelen de inzet van opioïden (WHO-stap 3), therapie van doorbraakpijn, adjuvante analgetica en pijnbehandeling bij specifieke patiëntgroepen. Daarbij is ook aandacht voor wetenschappelijke onderbouwing van minder conventionele therapieën.
Deze nascholing is gebaseerd op zowel de bestaande Richtlijn Pijn als op recente inzichten uit de herziening van de Richtlijn Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker.

Hoofdpijn is een veelvoorkomende klacht in de apotheek, maar wordt zelden spontaan genoemd door patiënten. Toch kan hoofdpijn – met name migraine – hun dagelijks functioneren ernstig beïnvloeden. In deze nascholing leert u meer over het herkennen en begeleiden van patiënten met migraine en medicatieovergebruikshoofdpijn.
De e-learning start met een overzicht van migraine: een ernstige, aanvalsgewijze hoofdpijn met specifieke kenmerken en een prevalentie van circa 10% van de bevolking. Er wordt ingegaan op diagnostische criteria, de rol van aura’s, hormonale invloeden, leeftijdsgebonden patronen en het onderscheid met spanningshoofdpijn.
Vervolgens wordt aandacht besteed aan chronische hoofdpijn en medicatieovergebruikshoofdpijn – een vorm die 75% van de chronische hoofdpijngevallen omvat. U leert wanneer sprake is van overgebruik, welke medicatie hierbij betrokken is en hoe dit volgens de ICHD-III en de NHG-Standaard Hoofdpijn geclassificeerd wordt.
De nascholing biedt u handvatten om in de apotheek hoofdpijn tijdig te signaleren, relevante vragen te stellen en zo nodig te verwijzen. Daarbij komt ook de rol van preventie en advisering bij zelfzorgmiddelen aan bod.

Plasklachten bij mannen komen veel voor, maar slechts een klein deel van de mannen bezoekt hiervoor de huisarts. In ongeveer de helft van die gevallen wordt gekozen voor medicamenteuze behandeling. De NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen (2013) adviseert in de eerste lijn vooral het gebruik van alfablokkers; andere middelen zijn slechts bij uitzondering aangewezen. In de tweede lijn wordt echter een breder medicatiearsenaal ingezet.
In Blok A van deze nascholing wordt ingegaan op de pathofysiologie van mictieklachten bij mannen, de diagnostiek in zowel de eerste als tweede lijn, en de medicamenteuze behandelopties. Dit biedt u als apotheker inzicht in de rationale achter het voorgeschreven middel en de mogelijke alternatieven.
Blok B richt zich op prostaatkanker. Daarbij wordt kort stilgestaan bij het beperkte nut van vroegdiagnostiek (screening), waarna de nadruk ligt op de farmacotherapeutische behandeling van gemetastaseerde prostaatkanker.
Deze e-learning biedt u actuele en praktische kennis om patiënten met plasklachten of prostaatkanker beter te begeleiden en om het farmacotherapeutisch beleid te kunnen plaatsen binnen de klinische context.

Pijn is een veelvoorkomende klacht bij uiteenlopende aandoeningen. Volgens de internationaal geaccepteerde definitie is pijn een onplezierige, sensorische én emotionele ervaring, die ook zonder aantoonbare weefselbeschadiging kan optreden. Behandeling van de onderliggende oorzaak heeft de voorkeur, maar in veel gevallen is pijnmedicatie onmisbaar.
In BLOK A van deze nascholing worden de pathofysiologie en diagnostiek van verschillende pijnsoorten kort besproken. Aandacht gaat uit naar veelvoorkomende oorzaken zoals gewrichtsklachten en rugpijn, evenals naar het complexe fenomeen neuropathische pijn. Pijn bij kanker valt buiten deze e-learning en komt aan bod in een aparte nascholing volgend jaar.
BLOK B richt zich op de behandeling van pijn. Besproken worden de verschillende analgetica, hun farmacologische werking en het omgaan met bijwerkingen in de praktijk. Ook wordt specifiek ingegaan op pijnbehandeling bij ouderen. De meeste casussen uit BLOK A krijgen in dit tweede blok een vervolg.
Deze e-learning biedt u als apotheker praktische handvatten om pijnmedicatie doelgericht te begeleiden en de juiste adviezen te geven bij de behandeling van pijn in uiteenlopende situaties.

Veel aandoeningen in de medische praktijk beginnen plotseling en heftig en worden aangeduid als ‘acuut’, zoals acuut hartinfarct, acute sinusitis of acuut astma. In het Pinkhof Geneeskundig Woordenboek (2006) wordt ‘acuut’ omschreven als ‘plotseling beginnend en hevig verlopend’, in tegenstelling tot het begrip ‘chronisch’. Acute aandoeningen komen ook frequent voor in de eerstelijnsgezondheidszorg, waarbij snel handelen en farmacotherapie vaak centraal staan.
Deze nascholing richt zich op acute farmacotherapie: eerst wordt de algemene benadering van patiënten met acute aandoeningen besproken, gevolgd door een aantal veelvoorkomende specifieke aandoeningen. De nadruk ligt op aandoeningen die (mede) met geneesmiddelen worden behandeld en die zich vooral in de eerste lijn voordoen – het domein van de spoedeisende geneeskunde.
Gezien de urgentie van de klachten en de directe zorgbehoefte van deze patiënten, komt ook de inhoud van de dokterstas aan bod. Deze speelt een cruciale rol wanneer medicatie direct moet worden toegediend en niet via het reguliere voorschrijf- en aflevertraject kan worden verstrekt.
Deze e-learning biedt u als apotheker inzicht in de rol van geneesmiddelen bij acute aandoeningen en versterkt uw kennis over de farmacotherapeutische keuzes in spoedeisende situaties.