Antistolling in de klinische praktijk

Antitrombotische middelen – waaronder trombocytenaggregatieremmers en antistollingsmiddelen – worden veel gebruikt in de dagelijkse praktijk, maar brengen een verhoogd risico op bloedingen met zich mee. Ze behoren tot de top 3 van medicijnen die leiden tot (onnodige) ziekenhuisopnames. Voor u als apotheker is het daarom essentieel om inzicht te hebben in de juiste toepassing, dosering en mogelijke risico’s van deze middelen. In deze e-learning verdiept u zich in de fysiologie en pathofysiologie van de stolling, als basis voor het begrijpen van het werkingsmechanisme van antitrombotica en hun farmacokinetiek. In BLOK A staat de achtergrond van stolling en de werking van antitrombotische middelen centraal. BLOK B behandelt de indicaties, contra-indicaties, voorzorgen en interacties. Hierbij leert u hoe u als apotheker fouten kunt signaleren en complicaties kunt helpen voorkomen. Deze nascholing helpt u veilige farmacotherapie te waarborgen en bij te dragen aan het verminderen van medicatiegerelateerde schade bij patiënten.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de werkingsmechanismen van de normale bloedstolling en weet u welke ziekten kunnen ontstaan bij ontregeling van deze systemen
- kent u het werkingsmechanisme van de verschillende soorten antitrombotische middelen
- kent u de meest voorkomende indicaties van de verschillende soorten antitrombotische middelen
- kent u de verschillende interacties en contra-indicaties van antitrombotische middelen en weet u wanneer u contact moet opnemen met de voorschrijvend zorgverlener
- weet u welke combinaties van antitrombotische middelen mogelijk zijn