Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
COPD is een over het algemeen progressieve ziekte die wordt gekenmerkt door een chronische, niet (volledig) reversibele luchtwegobstructie, maar daarbuiten ook een aantal niet-pulmonale effecten kent en daardoor vaak gepaard gaat met comorbiditeit. Zowel de pulmonale als niet-pulmonale effecten hebben gevolgen voor de belastbaarheid. De aandacht gaat dan in de eerste plaats uit naar de verminderde energetische belastbaarheid door de aard en ernst van de longfunctiestoornis. Bij de afname van de energetische belastbaarheid kunnen echter ook de niet-pulmonale effecten en daarmee samenhangende comorbiditeit een rol spelen. Energetische belastbaarheid laat zich goed objectiveren aan de hand van een inspanningsonderzoek, waarbij men een aantal parameters moet volgen. Naast afgenomen energetische belastbaarheid kan de patiënt met COPD echter ook te maken krijgen met verminderde inhalatoire belastbaarheid door tevens aanwezig bronchiale hyperreactiviteit, een afname van de mentaal-perceptieve belastbaarheid door met COPD geassocieerde afname van de cognitieve functies en beperkingen in functioneren door inadequate coping. Een zorgvuldige beoordeling van de belastbaarheid bij een patiënt met COPD vereist aandacht voor al deze aspecten.
Dit voorjaar verschenen er nieuwe richtlijnen over somatische screening en leefstijl voor mensen met ernstige psychische aandoeningen: de Multidisciplinaire richtlijn Somatische screening bij patiënten met een ernstige psychische aandoening en de Multidisciplinaire richtlijn Leefstijl bij patiënten met een ernstige psychische aandoening. De tekst in dit artikel is voor een groot deel gebaseerd op de inhoud van beide richtlijnen.
In Nederland heeft één op de vier volwassenen ooit, en 4% in de afgelopen maand geblowd. Naar schatting gebruikt ongeveer 1% van de Nederlanders (bijna) dagelijks. Op jonge leeftijd beginnen met gebruik en veel cannabis gebruiken verhogen het risico op nadelige gevolgen (psychisch, cognitief en lichamelijk). Acute risico’s zijn angst, paniek, acute psychosen en verkeersongevallen. Het stimulerende effect van THC op het beloningsysteem van de hersenen brengt het risico van verslaving met zich mee. Naar schatting raakt één op de tien mensen die ooit cannabis roken eraan verslaafd. Hoewel de verslaving ook zonder professionele hulp kan verdwijnen, blijft signalering van (problematisch) cannabisgebruik belangrijk. Momenteel bereikt hulp of ondersteuning nog niet iedereen die daar baat bij heeft. We geven aan hoe cannabisgebruik bespreekbaar gemaakt kan worden, en belichten vanuit verschillende scenario’s de beschikbare ondersteunings- en behandelopties.
Veel mensen met een hersenbeschadiging (CVA, trauma) of andere neurologische aandoeningen (bijv. MS, Parkinson) leven gewoon thuis, al of niet na ziekenhuisopname of revalidatie, en natuurlijk kunnen zich dan problemen voordoen. Veel patiënten zeggen zelfs dat de problemen pas echt beginnen wanneer ze weer thuis zijn en hun oorspronkelijke leven proberen op te pakken. De stap van de instelling naar het echte leven is blijkbaar groot. Hulpverleners, waaronder thuiszorg, huisarts, fysiotherapeut en psycholoog, kunnen een helpen deze problemen het hoofd te bieden. Er bestaat een tendens – en daar zijn ook sterke argumenten voor – om meer revalidatieactiviteiten thuis te laten plaatsvinden: neurorevalidatie in de eerste lijn. Dit artikel geeft hiervoor een inhoudelijke onderbouwing. In een volgend deel wordt dieper ingegaan op de mogelijke therapeutische strategieën.
Volgens cijfers van de WHO ontwikkelden in 2013 9 miljoen mensen tuberculose en overleden er over de hele wereld 1,5 miljoen mensen aan deze ziekte. Na hiv/aids is tuberculose de infectieziekte waaraan wereldwijd de meeste mensen overlijden.
In de eerste helft van de vorige eeuw was tuberculose ook in Nederland nog een volksziekte. Inmiddels behoort Nederland tot de laag-incidente landen: de incidentie is gedaald tot 4,9 : 100.000 inwoners.
Vroegtijdige herkenning en goede behandeling van tuberculose zijn essentieel, zowel vanuit individueel belang als vanuit het belang voor de volksgezondheid. In deze behandeling speelt de verpleegkundige een belangrijke rol.
Oesofaguscarcinoom is een oncologische aandoening. Deze aandoening is veelal gerelateerd aan roken en/of overmatig alcoholgebruik en heeft een slechte prognose met een hoge mortaliteit. Oesofaguscarcinoom kan curatief behandeld worden met neoadjuvante chemoradiatie en/of chirurgie, maar in veel gevallen is curatie niet meer mogelijk en volgt een palliatieve behandeling. De complexe zorg voor patiënten met een oesofaguscarcinoom wordt verleend door een multidisciplinair team, waarin veel aandacht uitgaat naar leefstijl, psychosociale zorg, voedingsinname en gezien de slechte prognose ook vaak naar de palliatieve zorg. De verpleegkundige heeft een belangrijke taak in de (complexe) zorgverlening. Er is dan ook een grote verscheidenheid aan verpleegkundige aandachtspunten die van belang zijn in de zorg voor deze patiëntencategorie.