Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Vragen over de ontwikkeling of het gedrag van een kind zijn vaak reden voor een bezoek aan het spreekuur van de kinderarts. Bij signalering, diagnostiek en hulpverlening kunnen vele verschillende instanties betrokken zijn; onder andere de jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), de gemeentelijke overheid en het onderwijs. Door de grote veranderingen in de organisatie van de zorg in de afgelopen jaren, is het voor veel kinderartsen onduidelijk hoe de ‘sociale kaart’ er anno 2008 uitziet. Dit artikel geeft een globaal overzicht van de in dit veld betrokken instanties en probeert deze instanties, in een logische relatie tot elkaar, onder te brengen in een stroomdiagram.

Nefrologie is in Nederland al in een vrij een vroeg stadium als kindergeneeskundig subspecialisme tot ontwikkeling gekomen. Een gesprek met twee kindernefrologen, Jaap Groothoff uit het AMC en Ans van Wijk uit het VUmc, over de huidige stand van zaken in de kindernefrologie, de plannen en de uitdagingen. Ze kunnen met enige overdrijving worden beschouwd als vertegenwoordigers van de uitersten van het kindernefrologische spectrum.

Zowel voor hogere als lagere urineweginfecties is de symptomatologie verschillend voor oudere (zindelijke) en jongere (niet zindelijke) kinderen. Dit kan de diagnose lastig maken. Dit artikel geeft een overzicht van de diagnostische mogelijkheden en nieuwe inzichten bij behandeling en uroprofylaxe.

De congenitale afwijkingen van het urogenitale stelsel vormen 20 tot 30% van alle antenataal gediagnosticeerde afwijkingen. Doordat prenataal echografisch onderzoek inmiddels routinematig wordt uitgevoerd, worden deze afwijkingen tegenwoordig vaak vastgesteld in het algemene ziekenhuis of de praktijk van de verloskundige, en presenteren patiënten zich initieel bij de kinderarts. In de praktijk brengt dit vragen met zich mee over het te volgen beleid.

De auteurs zijn van mening dat enuresis nocturna beschouwd moet worden als een serieuze ‘medische’ aandoening en daardoor recht heeft op een serieuze diagnostische en therapeutische aanpak door de arts. In dit artikel proberen ze met een eenvoudige diagnostische screening te komen tot een rationele therapeutische aanpak van enuresis nocturna.

HMG-CoA-reductaseremmers (statinen) verlagen bij volwassenen zeer significant het risico op hart- en vaatziekten. Atherosclerose is het onderliggende ziekteproces bij hart- en vaatziekten, een progressieve aandoening waarvan is aangetoond dat deze op de kinderleeftijd begint. Daarom behoort preventie en eventueel behandeling van atherosclerose al op de kinderleeftijd plaats te vinden. Dit geldt zeker voor kinderen met familiaire hypercholesterolemie (FH). FH is het enige ziektebeeld waarover consensus bestaat met betrekking tot het gebruik van statinen als behandeling op de kinderleeftijd. Waarschijnlijk zal het indicatiegebied voor statinen op de kinderleeftijd in de toekomst verder worden uitgebreid naar andere aandoeningen die eveneens leiden tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten op latere leeftijd.