Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Het omgaan met (potentieel) geneesmiddelenmisbruik en -verslaving is een veelvoorkomend ethisch dilemma in de apotheek. Met name bij opioïden en benzodiazepinen ervaren apothekers een spanningsveld tussen het voorkomen van verslavingsgedrag en het behouden van vertrouwen, terwijl ook huisartsen hiermee te maken hebben.
Deze nascholing bespreekt de actuele problematiek rond verslaving, mede ingegeven door de opioïdencrisis in de Verenigde Staten. In 2018 overleden daar bijna 47.000 mensen aan een opioïdoverdosis. Ook in Nederland nam het gebruik van opioïden lange tijd toe. Beleidsmaatregelen, zoals die van de Taakgroep Gepast Gebruik van Opioïden, proberen hier sindsdien verandering in te brengen.
In BLOK A wordt verslaving in brede zin besproken: risicofactoren, signalering en begeleiding. BLOK B richt zich op geneesmiddelenverslaving, met nadruk op opioïden en benzodiazepinen. De nascholing besteedt aandacht aan hoe u als huisarts of apotheker kunt herkennen, handelen en samenwerken in de aanpak van verslavingsproblematiek.
Deze e-learning biedt u handvatten om bij te dragen aan veilige zorg en schadebeperking bij patiënten met (een risico op) middelenmisbruik.

Hoewel het aandeel van verloskundig actieve huisartsen sterk is afgenomen, blijft de huisartsenpraktijk een belangrijk eerste aanspreekpunt voor (zwangere) vrouwen. Zij nemen regelmatig contact op met vragen of klachten die voor hen niet direct als zwangerschapsgebonden worden herkend, of met zorgen in de periode na de bevalling.
In deze nascholing staat de rol van de doktersassistent centraal bij het herkennen en beoordelen van veelvoorkomende zwangerschapsgerelateerde klachten. Denk aan vragen over lichamelijke veranderingen, onduidelijke symptomen of klachten die wél samenhangen met de zwangerschap, zoals urineweginfecties. Ook in de postpartumperiode is uw kennis van groot belang om passende adviezen te geven en adequaat te kunnen triëren.
De e-learning biedt praktische handvatten voor het omgaan met klachten tijdens en na de zwangerschap, en helpt u als doktersassistent om patiëntgerichte zorg te bieden op basis van actuele kennis.

De ggz is in beweging: steeds vaker wordt zorg dicht bij huis georganiseerd. Door de komst van de POH-GGZ is geestelijke gezondheidszorg laagdrempeliger geworden, maar de toenemende complexiteit van psychiatrische problematiek en lange wachttijden in de specialistische ggz vragen om nieuwe vormen van samenwerking. Consultatieve psychiatrie in de huisartsenpraktijk is zo’n vernieuwing.
In deze nascholing leer je wat consultatieve psychiatrie inhoudt, hoe deze vorm van samenwerking eruitziet en welke rol jij als POH-GGZ hierin kunt vervullen. In diverse regio’s komt een psychiater op verzoek van de huisarts of POH-GGZ naar de praktijk. Tijdens dit laagdrempelige consult wordt gekeken naar de persoon achter de klachten en wordt een breed advies opgesteld, gericht op passende vervolgstappen in de behandeling.
In BLOK A wordt de achtergrond en opzet van consultatieve psychiatrie toegelicht. BLOK B gaat in op de praktische uitvoering en mogelijke uitkomsten van een consult. Deze nascholing helpt je om effectiever samen te werken met de psychiater en beter te kunnen inspelen op de behoeften van patiënten met complexe psychische klachten in de huisartsenpraktijk.

Geneesmiddelenverslaving is een groeiend probleem en vormt voor huisartsen en apothekers een bron van ethische dilemma’s. Het herkennen van verslavingsgedrag, vooral bij opioïden en benzodiazepinen, en het balanceren tussen patiëntenzorg en medicatieveiligheid blijkt in de praktijk complex. De opioïdencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot grotere alertheid, ook in Nederland, waar het voorschrijven van opioïden tot 2019 toenam en inmiddels kritischer wordt benaderd.
In deze nascholing leert u hoe u verslaving bij patiënten kunt herkennen, welke risico’s eraan verbonden zijn en welke rol u als huisarts of apotheker speelt in preventie en begeleiding. BLOK A gaat in op verslaving in algemene zin, inclusief signalering en risico-inschatting. BLOK B focust op geneesmiddelenverslaving, met specifieke aandacht voor opioïden en benzodiazepinen.
U krijgt praktische handvatten om in de praktijk samen te werken, weloverwogen te handelen en bij te dragen aan het voorkómen van schade door verslavende medicatie. Deze e-learning ondersteunt u in het bieden van verantwoorde zorg aan kwetsbare patiënten.

Per 1.000 patiënten ziet de huisarts jaarlijks ongeveer 50 mensen met een bacteriële huidinfectie – een klacht die dus wekelijks terugkomt in de praktijk. De meeste gevallen zijn goed te behandelen binnen de eerste lijn, vaak met snel resultaat. De NHG-Standaard biedt duidelijke handvatten, maar in de praktijk blijken keuzes rondom behandeling te variëren, met name wat betreft antibioticakeuze en behandelduur.
Deze nascholing richt zich op de meest voorkomende bacteriële huidinfecties die huisartsen zelfstandig behandelen. Complexere gevallen, die specifieke expertise vergen, worden kort aangestipt. In BLOK A worden diagnostiek en behandelkeuzes besproken, inclusief het onderscheid tussen smalspectrum- en breedspectrumantibiotica, het belang van bètalactamasevorming en aandacht voor resistentieontwikkeling, waaronder MRSA.
In BLOK B wordt specifiek ingegaan op impetigo (‘krentenbaard’): de indicaties voor lokale versus orale behandeling, de rol van mupirocine als reservemiddel, en praktische tips over het verwijderen van korsten.
Deze nascholing biedt praktische en actuele inzichten, gebaseerd op de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties, waarmee u uw antibioticabeleid en therapiekeuzes in de spreekkamer nog scherper kunt afstemmen.

Per 1.000 patiënten ziet de huisarts jaarlijks ongeveer 50 gevallen van bacteriële huidinfecties. Het gaat hierbij om een veelvoorkomende klacht die vaak snel en effectief te behandelen is, doorgaans zonder psychosociale belasting. Volgens de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties kan de huisarts het merendeel van deze infecties zelfstandig behandelen.
In deze nascholing wordt in onderdeel A1 en A2 ingegaan op tien veelvoorkomende bacteriële huidinfecties. Vervolgens worden in onderdeel A3 bijpassende casussen met beeldmateriaal gepresenteerd. In BLOK B worden deze casussen verder uitgediept aan de hand van verdiepende vragen en bespreking.
Naast diagnostiek en behandeling komen keuzes in antibioticatherapie aan bod: smal- of breedspectrum, orale of lokale behandeling, aandacht voor resistentieontwikkeling (waaronder MRSA) en de rol van bètalactamase. Er is speciale aandacht voor impetigo (krentenbaard), met actuele inzichten over het gebruik van lokale antimicrobiële middelen, zoals mupirocine, en het moment waarop orale therapie is aangewezen.
Deze e-learning helpt u om uw kennis over diagnostiek en behandeling van bacteriële huidinfecties op te frissen en volgens de richtlijnen toe te passen in de dagelijkse praktijk.